Het verhaal van Juana

“Ik mag geen predikant in mijn dorp ontvangen. Wil ik hem spreken, dan moet ik een uur reizen naar de grote stad.” Voor Juana Lopez is het leven als christen niet gemakkelijk. Inheemse leiders in de Mexicaanse provincie Chiapas zien haar christelijk geloof als ‘bederf’ voor hun tradities. 

Juana woont in een afgelegen regio met veertien inheemse gemeenschappen. Lokale leiders van de Rooms-Katholieke Kerk sluiten in hun vieringen vooral aan bij oude tradities die niet Bijbelgetrouw zijn. Evangelische christenen zoals Juana zijn volgens hen op de verkeerde weg.   

Genezing 

“We kwamen tot geloof nadat de Heer mijn zieke man had genezen”, vertelt Juana. “We zochten hulp bij toverdokters, maar niets hielp. Op een dag vertelde een fruitverkoper over de levende God. ‘Als je de eerste in je dorp bent die in Hem gelooft, krijg je boze reacties en zullen ze je misschien uit huis zetten’, zei hij. Ik antwoordde dat als deze God mijn man zou genezen, ik in Hem zou geloven.” Juana’s man genas en ze besloot niet langer naar de katholieke mis te gaan.  

Pesterijen 

Na haar bekering begonnen de pesterijen al snel. Eerst kreeg het stel een boete van 15.000 pesos (bijna 900 euro) elk. Juana’s man mocht niet langer houthakken, gevolgd door een verbod op het halen van drinkwater uit de rivier. Uiteindelijk werd het gezin uit huis gezet zonder hun bezittingen te mogen meenemen. 

Het gezin vluchtte naar de stad, maar het leven was daar veel duurder en de plattelandsbewoners konden maar moeilijk wennen aan het stadsleven. Na enkele jaren keerden ze daarom terug naar het dorp. Na het betalen van een boete mochten ze blijven, op voorwaarde dat ze zich gedeisd zouden houden.  

Mikpunt van spot 

Toch waren de moeiten niet voorbij. Juana’s drie kinderen raakten ernstig ziek, waardoor ze als christelijk gezin opnieuw een mikpunt van spot werden. De medische kosten waren nauwelijks op te brengen, de schulden namen toe. Toen haar man vertrok naar de Verenigde Staten om werk te vinden, stond Juana er alleen voor. In november vorig jaar stierf zoon Samuël. 

Ondanks alles bleef Juana rotsvast geloven. Met steun van Open Doors zette ze een kippenhouderij op; van de overheid kreeg ze gedeeltelijke financiële steun. Ze ziet het als zegeningen van boven. “Ik dank God en Open Doors, omdat ze luisteren naar mijn situatie en mijn behoeften. Ik krijg Bijbellessen, kon een deel van mijn schuld afbetalen en voor mijn kinderen kleren en zeep kopen.” 

Dank- en gebedspunten

• Bid voor het gezin van Juana, want de kinderen zijn nog steeds ziek.  
• Bid om troost voor de familie, omdat ze hun zoon en broertje Samuël moeten missen.  
• Bid ook voor hun financiële situatie, dat ze alle schulden kunnen aflossen en dat Juana’s man dan weer naar huis kan.