Een vreemdeling in haar eigen huis
In elke cultuur en in elk land worden christenen op andere manieren vervolgd. In India krijgen christenen regelmatig te maken met verstoting. Ze worden dan door hun eigen familie en omgeving behandeld alsof ze niet bestaan. De vijftienjarige Tara* weet exact hoe het voelt als je eigen ouders doen alsof je lucht bent. Open Doors-medewerker Sarah* zocht haar op en beschrijft haar ontmoeting met Tara.
Gekleed in een oranje sarong loopt Tara de kamer in. Ze lijkt veel jonger dan vijftien. Ze oogt verlegen en klemt een zwarte Bijbel in haar hand. Ik weet al veel van haar verhaal, en vraag hoe het met haar gaat. Ze kijkt me niet aan als ze antwoordt: “Het gaat heel goed met me, dank u wel.”
‘Je bent een schande voor de familie’
Ik weet dat ze niet helemaal de waarheid spreekt. Er gebeurt teveel in haar leven dat niet goed is. Dit meisje werd door haar familie afgewezen vanwege haar geloof en leeft nu geïsoleerd in haar eigen huis. Ik stel mezelf voor aan Tara en vraag naar haar geloof.
“Ik leed aan een ziekte toen iemand me vertelde over de Here Jezus”, vertelt ze zachtjes. “Ik bezocht een kerk, bad met de kerkleden en genas. Toen begon ik in Jezus Christus te geloven en ik voelde een vrede die ik nooit eerder had gekend. Toen mijn familie en de mensen in ons dorp ontdekten dat ik elke zondag naar de kerk ga, waren ze woedend. Mijn ouders zeiden: ‘Je bent een schande voor de familie! De hele gemeenschap veracht ons omdat jij naar de kerk gaat. Verlaat die Jezus of je kunt ons als familie vergeten’”.
Tara vervolgt verdrietig haar verhaal. “Ik woon nog bij mijn ouders thuis, maar ze hebben me helemaal afgeschreven. Ik mag niets aanraken in de keuken, want dan zou ik alles vervuilen. Er zijn vijftien kamers in dit huis, maar ik kreeg één klein kamertje toegewezen.” Het kost Tara moeite om te praten. “Niemand kijkt naar me, niemand praat tegen me. Ik kook mijn eigen eten en zorg voor mezelf. Ik ben een vreemdeling in mijn eigen huis.”
‘Bid voor mijn familie’
De tranen lopen over haar wangen als Tara vertelt hoe erg ze haar broers en zussen mist. Al wat ik kan doen is naast haar zitten, haar hand vasthouden en voor haar bidden. Daarna praat ik even met andere samenwerkingspartners van Open Doors. Zij werken eraan dat Tara naar een andere school kan waar ze ook meteen kan wonen.
“Bid alstublieft voor mijn familie. Bid dat zij de Here Jezus snel leren kennen en dat ze mij weer accepteren”, vraagt Tara met tranen in haar ogen. Ook al lijkt ze wanhopig, ik zie dat haar geloof sterk is. Ik geef haar een knuffel en bemoedig haar een laatste keer: “Alles is mogelijk voor hen die geloven”.
* Schuilnaam
Update
Lokale partners van Open Doors zorgden ervoor dat Tara terechtkwam in een overheidstehuis. Daar ontvangt Tara onderwijs, eten en drinken en kan ze gebruikmaken van voorzieningen. Onlangs bleek dat Tara zowel malaria als buiktyfus heeft.
Meer lezen over de Ranglijst Christenvervolging? Klik hier.