In de week van de Tweede Kamerverkiezingen spreekt Open Doors met Joël Voordewind, warm pleitbezorger van de rechten van vervolgde christenen en vertrekkend Kamerlid. Hij was bijna vijftien jaar kamerlid voor de ChristenUnie en daarvoor tien jaar medewerker.
“Het is geen baan van 9 tot 5. Je bent in het weekend altijd wel bezig. In de vakanties lopen dingen door. Met name als het gaat om godsdienstvrijheid. Als mensen in de knel zitten, maar ook als het gaat om asielzoekers die dreigen te worden teruggestuurd. Maar ook de crises in de wereld, de eurocrisis die we hebben gehad, de bankencrisis, nu met corona. Het loopt altijd door.
Dat is ook een reden waarom ik na 25 jaar zeg dat ik een ander leven wil dan geleefd te worden door de politiek.”
Hoe kijkt u naar de aankomende verkiezingen?
“Het zal weer spannend zijn of wij nodig zijn voor een coalitie. Dan nog is het de vraag of wij in zee kunnen gaan met een regeerakkoord en dan met name over de medisch-ethische punten, maar ook als het gaat om godsdienstvrijheid.”
Hoe ontsnap je in Den Haag aan de waan van de dag?
“Door zelf je prioriteiten van te voren te kiezen en niet je te laten meewaaien met de winden die er in den Haag elke dag waaien en ook elke dag weer anders zijn. Ik heb me vrij snel voorgenomen als Kamerlid waar ik echt mijn tijd en energie in wil stoppen. En ik heb het voorrecht gehad die onderwerpen altijd te kunnen vasthouden. Dat waren de onderwerpen godsdienstvrijheid, ontwikkelingssamenwerking, Israël en vluchtelingen en die heb ik al die vijftien jaar mogen doen. Het waren ook onderwerpen die echt mijn hart hadden.”
In die tijd bent u ook veel op reis geweest.
“Je hebt de officiële werkbezoeken die je hebt als commissie, maar ik probeerde ook individuele reizen te doen samen met NGO’s. Om daar op een low profile manier mensen die echt in de penarie zitten te spreken in plaats van dat je alleen maar ministers en politici te zien krijgt. Dan kun je onder de radar gewone mensen ontmoeten. Mensen die zwaar te lijden hebben onder vervolging of op een andere manier onderdrukt worden als minderheid.
Als Kamerlid kun je soms reizen naar landen die gesloten blijven of die je moeilijker in komt. Zoals Iran en China. Ik ben ook nog individueel naar Syrië gereisd toen al-Qaeda en al-Nusra grotendeels de dienst uitmaakten. Dat zijn wel de reizen die je bijblijven en die je normaal niet mee maakt. We zijn bijvoorbeeld naar een niet-geregistreerde kerk geweest in China en dan spreek je Chinese dametjes die dan in tranen zijn als je zegt dat mensen in Nederland aan hen denken en voor hen bidden. Dat kunnen ze zich niet voorstellen dat je zo ver weg je betrokkenheid toont bij christenen die ergens in een achterafzaaltje bij elkaar komen en het moeilijk hebben.”
Tot op het laatst was u actief. Is dat een soort erfenis die u achterlaat?
“De laatste twee wetsvoorstellen wel. Daar ben ik jaren mee bezig geweest. Ik wilde alles wat ik aan kennis verzameld had heel graag in die wetsvoorstellen gebundeld hebben zodat ik dat kon achterlaten. Je verankert met een wetsvoorstel zaken in een wet zodat ze doorlopen. Het ene wetsvoorstel ging over suïcidepreventie en de ander over duurzaam ondernemen.
Met betrekking tot godsdienstvrijheid hebben we ook een aantal moties in kunnen dienen. Bijvoorbeeld de ondersteuning van de VN-ambassadeur voor godsdienstvrijheid. Ik kwam achter het onthutsende feit dat hij maar enkele duizenden euro’s per jaar krijgt als een soort zakgeld om aandacht aan godsdienstvrijheid te besteden. Terwijl er zoveel vervolging is.
Open Doors publiceerde pas nog dat er meer dan 300 miljoen christenen vervolgd worden. En dan moet je dat thema erbij doen als een soort bijbaantje, een erebaantje van die grote VN. Toen hebben we gelukkig een amendement in kunnen dienen om hem veel meer armslag te geven om zijn werk met meer mensen te kunnen uitoefenen.”
‘Dat ontmoedigt niet, dat moedigt alleen maar aan als we horen dat er weer meer mensen vervolgd worden.’
Joël Voordewind
Is opkomen tegen christenvervolging dweilen met de kraan open?
“We weten dat vervolging pas zal stoppen als de Here Jezus terugkomt. Dat geldt ook voor de armoede in de wereld. Je zet je daarvoor in, maar je weet ook dat het heel moeilijk is om armoede volledig uit de wereld te bannen. Dat maakt mijn motivatie er niet minder om. Vooral niet als je de gesprekken hoort van mensen die vervolgd worden vanwege hun geloof. Je doet je best voor Asia Bibi die uiteindelijk haar vrijheid heeft gekregen. Tegelijkertijd weten we dat Shagufta en Shafqat weer gevangen zitten en de doodstraf dreigt. Maar we gaan door.
Er zijn ook mooie verhalen dat mensen die in de gevangenis zitten vanwege hun geloof niet terneergedrukt zijn maar zelfs daar hun geloof uiten, andere bemoedigen en tot zegen zijn. In de verdrukking mogen wij in het rijke Westen nog steeds die mensen zegenen en laten weten dat ze niet alleen zijn. We mogen voor hen bidden en kijken hoe we hun familieleden kunnen helpen, hoe we advocaten kunnen ondersteunen om hen vrij te krijgen. Dat ontmoedigt niet, dat moedigt alleen maar aan als we horen dat er weer meer mensen vervolgd worden.”
Is er in Den Haag meer draagvlak voor geloofsvrijheid en christenvervolging?
“We hebben wel geïnvesteerd om het draagvlak in de Kamer te verbreden als christelijke partijen. Dat doe ik ook wel bewust door bijvoorbeeld met D66 mee te doen en mee te denken als het gaat om de notitie over het recht om niet te geloven. Als het Humanistisch Verbond zijn ranglijst presenteert over de positie van niet-gelovigen in de wereld dan ben ik er ook bij en dan stel ik ook met hen Kamervragen. Natuurlijk ook een beetje in de verwachting dat als het specifiek over christenvervolging gaat zij dan ook bij ons meedoen. Zo zien we wel dat er een kleine verbreding is. Er zijn lichtpuntjes maar het gaat niet met sprongen vooruit.
We hebben ook een unieke kans gehad als twee christelijke partijen in de regering om godsdienstvrijheid als belangrijke speerpunt in het buitenlands beleid te bestempelen en daar ook extra geld voor vrij te maken. Dat helpt natuurlijk ook.”
Begin maart werden er Kamervragen gesteld over het rapport Genderspecifieke vervolging. Hoe werkt dat?
“We hebben Kamervragen gesteld over christelijke meisjes en vrouwen die nog eens een extra onderdrukt worden omdat ze gelovig zijn. Ze krijgen te maken met bijvoorbeeld uithuwelijking, ontvoeringen en gedwongen bekeringen. We weten dat door die vragen te stellen minister Stef Blok en ook de speciaal gezant godsdienstvrijheid Jos Douma er dan ook mee aan de slag gaan. De speciaal gezant gaat bij zijn contacten navraag doen. Ik weet dat hij ook zijn collega’s in Europa, de VN-ambassadeur godsdienstvrijheid en de Europese ambassadeur godsdienstvrijheid, als die er straks weer is, weet te mobiliseren om hier draagvlak voor te vinden in landen als Iran, Pakistan, China en India.
Dus ja, de stem wordt gehoord en doorgegeven op hoog diplomatiek en politiek niveau. Waarbij je niet altijd weet of het leidt tot vrijlating van christenen of minder onderdrukking, maar soms leidt het wel tot zichtbare resultaten. Soms werken we helemaal achter de schermen en niet in het openbaar. Dan stellen we geen Kamervragen maar bellen we rechtstreeks met de minister van Buitenlandse Zaken.
Ik las pas een interview met de minister van Buitenlandse Zaken die gevraagd werd over de contacten met mij en toen zei: “Het is een aardig Kamerlid maar hij weet mij wel elke keer in het weekend te vinden.” Dat zei hij gelukkig met een glimlach. Dan is het fijn als je een minister hebt die ook oog en motivatie heeft om zaken op te pakken. Soms gaat het om kleine dingen: bedragen die we kunnen vrijmaken voor advocaten voor rechtszaken, voor safehouses in Pakistan waar mensen ook door eigen familie worden vervolgd. Andere keren gaat het juist om grote dingen zoals de verandering van wetten.”
‘Het is triest dat in de bakermat van het christendom nog maar zo weinig christenen over zijn.’
Joël Voordewind
10 jaar oorlog in Syrië
“Als je de cijfers ziet, word je er heel troosteloos en triest van. Tegelijkertijd: als ik daar dan mensen spreek die nog steeds gemotiveerd zijn om achter te blijven, om te zorgen voor hun parochianen, of voor hun medegeloofsgenoten. En dan niet alleen met gebed maar vaak ook met heel concrete zaken. Ik moet denken aan een zuster die ik sprak in Libanon, die heen en weer reist tussen Libanon en Syrië. En zelfs probeert te bemiddelen als priesters of bisschoppen worden ontvoerd. Te bemiddelen met gevaar voor eigen leven. Die zuster mogen we dan ondersteunen met hulp van Nederlandse organisaties die in het land zitten.
Dat zijn kleine lichtpuntjes, maar als je naar Syrië in de breedte kijkt, dan word je daar absoluut niet vrolijk van. De christenen die daar wegtrekken zeggen: wij hebben hier gewoon geen toekomst meer. Stel dat er nog een ander regiem komt dan nog zullen wij ons leven niet zeker zijn. Als het een soennitische regering wordt, dan zullen ze gezien worden als in het verleden heulend met de vijand omdat ze een beetje een beschermde status hadden onder Assad. Ik ken een christelijk echtpaar in mijn eigen kerk dat zegt: we gaan nooit meer terug. Onze toekomst ligt niet meer daar. Ook al hebben ze nog familie in het land.
Tegelijkertijd zien we in het buurland Irak waar ook een enorme strijd is geleverd dat christenen toch weer de moed hebben om dorpjes op te bouwen, vaak ook met steun uit het Westen. Daar heb ik zelf ook voor gepleit: voor opbouw van dorpjes op de Ninevé-vlakte en een beschermde status te krijgen voor de minderheden van dat gebied. Daar zie je dat mensen weer teruggaan.
Het is triest dat in de bakermat van het christendom nog maar zo weinig christenen over zijn. Ik snap het als mensen weggaan, en ik heb veel respect voor mensen die zeggen hier komen we vandaan, hier is onze familie, hier ligt onze missie. We blijven om hier een lichtpunt voor deze donkere regio te zijn.”
Copyright foto: Anne Paul Roukema, CC BY-SA 4.0
Inspiratiemail
Wil je ook graag via de e-mail op de hoogte gehouden worden van komende Open Doors-evenementen en nieuws uit de vervolgde kerk? Schrijf je in en ontvang elke maand de inspiratiemail van Open Doors.