Op de vlucht in Afrika
In Afrika zijn 16,2 miljoen christenen door bruut geweld van huis en haard verdreven. Een stille ramp voltrekt zich, de wereld ziet het niet en zwijgt. “We voelen ons genegeerd, vergeten. Alsof we in het duister zitten”, zegt pastor Barnabas uit Nigeria, die zelf ternauwernood een gewelddadige aanval overleefde.
Extreem geweld
Jaarlijks worden er in Nigeria en de omliggende landen duizenden christenen vermoord. 95% van de christenen die in 2023 werden gedood vanwege hun geloof, werden gedood in Afrika ten zuiden van de Sahara. Het brute geweld zorgt ervoor dat onze broers en zussen massaal op de vlucht zijn geslagen.
Een afschuwelijke plek
Verdreven christenen komen terecht in vluchtelingenkampen. Complete gezinnen slapen in schamele koepeltentjes met een oppervlakte van minder dan een tweepersoonsmatras. Er is honger, er is armoede, er is uitzichtloosheid. En er zijn talloze mensen met trauma’s. Velen zagen dierbaren en dorpsgenoten op gruwelijke wijze afgeslacht worden. Veel christenen zijn op gewelddadige wijze uit hun huizen verjaagd. Konden niet meer meenemen dan de kleren die ze droegen. Ze hebben jouw hulp dringend nodig.
Deel dit
Geef vervolgde christenen hoop!
Voor 63 euro help je drie verdreven christenen aan onderdak.
Met 40 euro draag je bij aan een noodhulppakket voor een vluchteling.
Met 25 euro draag je bij aan medische zorg voor een christen op de vlucht.
Disclaimer: Mocht er meer binnenkomen dan nodig is voor dit project, zal Open Doors dit besteden waar hulp het meest nodig is.
Zichtbare littekens
Pastor Barnabas is een van de 16,2 miljoen vluchtelingen. Gewelddadige aanvallen van Fulani-militanten verdreven hem en zijn gezin uit hun woonplaats. “We moesten rennen voor ons leven”, vertelt Barnabas. Grote littekens op zijn rechterarm herinneren de pastor dagelijks aan de brute aanval. Zijn hand liep blijvende schade op.
Onzichtbare littekens
Al bijna vijf jaar wonen Barnabas en zijn gezin in een vluchtelingenkamp. “Mijn huis, het dorp: alles is afgebrand. Ik bleef achter met helemaal niets”, zegt hij aangeslagen. “Ik kan niet meer voor mijn kinderen zorgen. Hen niet eens genoeg te eten geven. Hen niet meer naar school laten gaan. Welk voorbeeld geef ik zo als vader?”
Hoop in het vluchtelingenkamp
Als pastor is het Barnabas’ verlangen om de christenen in het kamp te helpen. “Maar ik heb niks om aan hen te geven. We kunnen alleen samen bidden en samen de Bijbel lezen.” Ondanks de gruwelijkheden die Barnabas heeft meegemaakt, gelooft hij in de trouw van God. “Hij heeft me tot op de dag van vandaag geholpen. Daarom moedig ik mijn broers en zussen in het kamp aan om Hem te blijven vertrouwen. Hoe verschrikkelijk de omstandigheden ook zijn.” Open Doors helpt verdreven christenen met noodhulp. Barnabas: “De hulp van andere christenen laat ons weten dat God ons niet verlaten heeft.” Dankzij jouw steun staan ze niet alleen!