Robin uit Bangladesh

Robin (11) mag niet meespelen, omdat hij christen is

Op school en in zijn buurt wordt hij niet aangesproken met de naam Robin*, maar is hij ‘het christenkind’. In de klas wil geen van de twintig kinderen naast hem zitten en wordt hij uitgescholden en gepest. Robin voelt zich vaak eenzaam. Hij wenst voor de feestdagen geen speelgoed of een tablet. Het enige waar hij naar verlangt, is vriendschap.

“Ze kijken wel naar me, maar zeggen niets en vragen ook niet of ik mee wil doen. Ik wil ook graag spelen, maar ik durf het niet eens te vragen. Ik zit daar maar en voel me alleen.” In het dorpje in Bangladesh waar Robin woont, zijn er maar twee kinderen die soms wel met hem durven spelen. Maar die worden door anderen al snel tot de orde geroepen. “Waarom ga je met hem om”, vroeg een jongen aan een klasgenoot van Robin die naast hem was komen zitten. “Hij is geen moslim, hij is christen.”

In de problemen

Robin komt tot geloof via zijn moeder. Ze is dol op lezen en altijd nieuwsgierig naar nieuwe boeken. Op een dag ziet ze een buurvrouw met een boek in haar handen dat ze nog nooit heeft gezien. Als moeder Moly* de vrouw ernaar vraagt, aarzelt deze, omdat ze weet dat het boek Moly en haar gezin in de problemen kan brengen. Het boek dat ze in haar handen heeft, is namelijk een Bijbel. Maar ondanks de terughoudendheid van de buurvrouw, vraagt Moly door en krijgt ze het boek in handen.

Die avond slaat Moly de Bijbel open bij Matteüs 7:7, waar het begint met de woorden: “Vraag en er zal je gegeven worden…”. Ze staat er versteld van dat er een God bestaat die naar haar luistert als ze zou bidden. Ze vraagt de buurvrouw of die haar meer wil vertellen en de vrouw neemt haar mee naar een kerk. Moly blijft ook in het geheim de Bijbel lezen.

Genezing

Niet lang daarna wordt Moly behoorlijk ziek. Ze denkt terug aan het vers dat ze op die allereerste avond las. Ze bidt en vraagt God voordat ze gaat slapen om genezing. Als ze de volgende ochtend wakker wordt, is er niets meer met haar aan de hand. Die dag komt ze tot geloof en geeft ze haar leven aan Jezus. Met enige aarzeling deelt ze wat ze heeft meegemaakt met haar man Jubayer* en ook hij komt tot geloof. Maar dan heeft het gezin nog geen idee welke gevolgen die keuze heeft.

Politieke chaos

Nadat in augustus 2024 de president van Bangladesh wordt afgezet, ontstaat er politieke chaos in het land. Radicale moslims in plattelandsgebieden, zoals de regio waar Robin met zijn ouders woont, voelen zich aangemoedigd om misbruik te maken van de situatie en religieuze minderheden, waaronder christenen, aan te vallen. Bekeerlingen van de islam zijn bijzonder kwetsbaar.

Ook Moly, Jubayer en Robin krijgen te maken met geweld. Een lokale moslimextremistische groepering begint een haatcampagne tegen tien christelijke gezinnen. Er worden flyers verspreid op de lokale markt, waarop staat dat deze christenen moslims proberen te bekeren en hun hiervoor geld bieden.

Huiskerk

De beschuldigingen gaan als een lopend vuurtje door het dorp. Op een ochtend vlak daarna trekt een boze menigte van tussen de veertig en vijftig mensen naar de kleine huiskerk waar Robin en zijn ouders zijn voor een dienst. “Ze kwamen om ons te vermoorden”, zegt Robin. Een dorpeling die de stoet aan ziet komen, waarschuwt de christenen in de huiskerk, waardoor ze net op tijd kunnen vluchten. De aanvallers zijn woedend dat ze niemand aantreffen in de huiskerk. Ze vernielen het interieur en steken elke Bijbel die ze kunnen vinden in brand.

Gezin uit elkaar

Door deze aanval wordt het gezin van Robin uit elkaar gerukt. Robin en zijn moeder Moly vluchten naar het huis van haar ouders, terwijl Jubayer in shock en onder grote druk van zijn familie en de lokale gemeenschap naar zijn ouders gaat en weer moslim wordt. Ze laten Jubayer weten dat ook Moly moet terugkeren naar de islam. Doet ze dat niet, dan moet hij van haar scheiden.

Moly blijft trouw aan haar christelijk geloof. Ze kan zich naar eigen zeggen niet afkeren van Jezus Christus, die haar heeft genezen. Totdat Jubayer hertrouwt, koestert ze nog hoop dat hij bij hen terugkomt. “Ik mis mijn vader”, zegt Robin. Moly doet haar uiterste best om Robin in haar eentje groot te brengen. Ze heeft in praktisch opzicht niet veel, maar wat ze wel heeft, is haar onwankelbare geloof in Jezus. Bij gebrek aan zondagsschool in het afgelegen dorp waar ze wonen, probeert Moly haar zoon zoveel mogelijk uit Gods woord te leren. “‘Wijsheid komt van Jezus’, staat in Kolossenzen 2:2 en 3. Mijn moeder bidt elke dag dat we die wijsheid zullen ontvangen”, legt Robin uit.

Niet vergeten

Robin en Moly worden bijgestaan door de broer van Moly om in levensonderhoud te voorzien. Maar de last om bijvoorbeeld schoolkosten te dragen, is eigenlijk te zwaar voor hem. Met hulp van lokale partners van Open Doors is daar nu een oplossing voor gevonden en kan Robin toch naar school blijven gaan. “Ik wil graag dokter worden, bid daar alstublieft voor”, zegt Robin. Deze ondersteuning laat Moly en Robin ervaren dat ze worden gezien, geliefd zijn en niet worden vergeten door een wereldwijde familie van geloofsgenoten.

Een andere tastbare herinnering daaraan is het aankomende Kerstfeest. Kerst is voor Robin iets waar hij naar uitkijkt. Als een klein, helder licht in een wereld die vaak zo donker en eenzaam voelt door hoe hij en zijn moeder worden behandeld. Dit jaar werden de twee al uitgenodigd om Pasen te komen vieren, een viering georganiseerd door lokale partners van Open Doors. Daar kreeg Robin zijn eigen kinderbijbel, een kostbaar geschenk dat hij koestert. Het werd een onvergetelijk samenzijn voor hem. Even hoefde hij niet op zijn hoede te zijn en kon hij vrijuit spelen en praten met andere christenen. Dat gaat nu opnieuw gebeuren met Kerst, waarbij hij en zijn moeder even verlost zijn van de stress en het isolement die het leven voor christenen op het platteland in Bangladesh met zich meebrengt.

Jemal

Teken de petitie

16,2 miljoen christenen zijn door bruut geweld in Afrika van huis en haard verdreven.

teken nu
Scroll naar boven