fbpx
Rooble

Het verhaal van Rooble

uit Somalië

‘Gooi die ongelovigen in de put, geef ze geen eten!’

Uit diepten van ellenden

“Ik heb dingen meegemaakt die sommige mensen niet zouden kunnen verdragen. Alleen wie stevig in Christus gegrondvest is, krijgt kracht om vol te houden. Maar ik heb ook ontvangen waar ik mijn hele leven naar verlangde: het eeuwige leven.”

Aan het woord is Rooble*, een Somalische christen die opgroeit als moslim. “Al op jonge leeftijd gaf ik les in de moskee en op de Koranschool”, vertelt hij. “Ik bestudeerde de Koran en nam die heel serieus. Ik deed er alles aan om in de hemel terecht te komen.” Die zekerheid vindt Rooble echter nergens binnen de islam.

Op een dag komt Rooble via zijn werk in aanraking met Somalische christenen. Ze vertellen hem het evangelie en bieden hem een Bijbel aan. “Ik was boos op ze en wilde hun Bijbel eerst niet aannemen”, herinnert Rooble zich. “Maar toen ik erin begon te lezen, werd ik wat milder. Ik besloot de Bijbel te onderzoeken. Na vier jaar intensieve studie besefte ik dat Jezus de Weg, de Waarheid en het eeuwige Leven is, en niet ‘Allahu a’alam (Allah weet het)’.” Rooble geeft zijn hart aan Jezus.

‘Uit diepten van ellenden Roep ik, met mond en hart,
Tot U, die heil kunt zenden; O HEER, aanschouw mijn smart’

Psalm 130 (berijmd)

Een afgesloten put

“Na mijn bekering begonnen de problemen”, vertelt Rooble verder. Aan zijn gezicht is duidelijk te zien dat het nog steeds pijnlijk voor hem is om terug te denken aan alles wat hij heeft meegemaakt. “Mijn familie joeg me het huis uit. Ik begon het evangelie te delen met anderen, maar ze zeiden dat ik gek was geworden en gooiden me in de gevangenis. Daar werd ik meerdere keren in elkaar geslagen.”

Rooble vlucht na zijn vrijlating naar een ander dorp en begint ook daar het evangelie te delen. Het brengt hem opnieuw in de problemen. “Ik werd gearresteerd, samen met mijn broer, die ook christen was geworden. ‘Gooi die ongelovigen in de put, geef ze geen eten!’, riepen ze. Ze gooiden ons in twee aparte putten, met de bedoeling dat we daar zouden sterven.”

Die afgesloten put is voor Rooble een van de verschrikkelijkste dieptepunten uit zijn leven. Het is er aardedonker, bloedheet en het stinkt er verschrikkelijk. Tot zijn afschuw blijkt de put vol te liggen met lichamen van vermoorde mensen. “Zelfs nu nog kan mijn hart het niet aan om eraan terug te denken”, deelt hij ontdaan.

Roobles vrouw pleit ondertussen voor hem bij de autoriteiten. “Mijn man wordt soms gek als er een slechte christelijke geest in hem vaart”, verklaart ze wanhopig. “Die geest gaf hem ook de Bijbel en zorgde ervoor dat hij ging evangeliseren.” Ze brengt getuigen mee, die bevestigen dat Rooble bezeten is. Uiteindelijk wordt Rooble vrijgelaten. Zijn broer overleeft de put echter niet.

In die tijd daarna is Roobles leven zwaar en hij raakt vertwijfelt. “Waarom redde God mij niet van mijn problemen? Waarom had Hij mijn broer niet geholpen? Mijn hart was vol vragen”, deelt Rooble eerlijk. “Maar ik vond kracht in het Woord. ‘Werp je lasten op Mij en wees niet verontrust’, sprak God tegen me. ‘Wees niet bang, want Ik ben met je. Alles is in Mijn hand.’

Hechte Somalische gemeenschap

Rooble en zijn gezin leven momenteel niet in Somalië, maar in de Hoorn van Afrika, te midden van andere Somaliërs. Ook buiten Somalië worden bekeerlingen door de hechte Somalische gemeenschap vaak sterk vervolgd. Onder Somaliërs heerst immers de diepgewortelde overtuiging dat een echte Somaliër moslim hoort te zijn. De meeste christenen zijn zich er dan ook voortdurend van bewust dat ze maar één waakzame buur verwijderd zijn van ontdekking.

“Ik woon te midden van moslims, dus ik dien in het geheim”, vertelt Rooble. “Het is hier gevaarlijk, ook voor mijn kinderen. Ik kan niet altijd controleren wat ze tegen hun islamitische vriendjes zeggen. Soms zingen ze lofliederen, met zinnen als ‘Jezus is de Messias’. Een keer ging dat bijna mis en stond er een groep zeer verontruste ouders bij ons voor de deur. Maar God redde ons.”

Lokale partners van Open Doors nodigden Rooble uit voor een training over geloofsvervolging, om hem te bemoedigen en sterken in zijn geloof. “Het was een voorrecht om andere christenen te ontmoeten”, vertelt Rooble. “Het moedigde me aan om sterk te blijven in Jezus. Ik leerde ook dingen die ik nog niet wist, bijvoorbeeld hoe je het beste het Woord kunt delen met anderen. Hoe vertel je het veilig aan een vriend? Hoe deel je het met een breder publiek? Ik heb er veel van geleerd.”

Hoewel zijn leven nog steeds in gevaar is, houdt Rooble vast aan de zekerheid van het eeuwige leven dat hij gevonden heeft in Christus. “Mijn vrouw, mijn kinderen en ik zullen volharden in ons geloof. Tot de dag dat we, net als mijn broer, ons leven zullen verliezen voor de Heer. Tot dan zullen we volharden.”

Scroll naar boven