Vijf christenen in Noord-Korea opgepakt en verdwenen

Noord-Korea heeft vijf christenen opgepakt bij een geheime gebedssamenkomst. De politie was getipt door een informant. Over het lot van het vijftal is niets bekend.

De vijf familieleden kwamen op zondag 30 april, nog voor het ochtendgloren, bijeen om samen uit de Bijbel te lezen en te bidden op een boerderij in Tongam, een dorp midden in het land. Dat deden ze vaker, maar dit keer wachtte de politie hen op, na een tip van een informant, meldde Radio Free Asia afgelopen week.

Het vijftal is gearresteerd. Omdat religie illegaal is in Noord-Korea, is de kans groot dat ze naar een strafkamp zijn gestuurd. Bij de arrestatie trof de politie ook christelijke lectuur aan. Het is niet duidelijk waar de vijf worden vastgehouden, maar naar verluidt hebben ze geweigerd hun geloof af te zweren. “Een medewerker van de gerechtelijke instantie vertelde ons dat de gelovigen weigerden te vertellen waar ze hun Bijbel vandaan hadden en zeiden: ‘Alles voor Jezus, zelfs in de dood'”, vertelde een bron aan Radio Free Asia.

In Tongam stond ruim een eeuw geleden nog een kerkgebouw, in een provincie waar tot aan de Tweede Wereldoorlog ruim dertig kerken waren. Na de machtsovername door Kim Il-sung in 1948 werd godsdienst verboden en gingen veel kerken in Noord-Korea ondergronds.

Moeilijkste land

Noord-Korea is volgens de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors het moeilijkste land om als christen te leven. Het communistische land, waar naar schatting 400.000 christenen leven, staat al vele jaren op de eerste plaats van de ranglijst.

Terwijl de hoofdstad Pyongyang ooit bekend stond als het ‘Jeruzalem van het Oosten’, zijn christenen er vandaag de dag doelwit om hun geloof. Wie betrapt wordt op ontmoetingen met medegelovigen of een Bijbel bezit, wordt zwaar gestraft. Ook familieleden worden bestraft: ze kunnen deportatie naar een werkkamp verwachten of worden onmiddellijk geëxecuteerd.