Na bijna 54 jaar regering door de familie Assad, eerst onder Hafez al-Assad en later voortgezet door zijn zoon, Bashar al-Assad, is er een nieuw tijdperk aangebroken in Syrië. Het regime werd gekenmerkt door wijdverspreide onderdrukking en, meer recent, wreedheden begaan tegen burgers tijdens de 14 jaar durende burgeroorlog. We vroegen Juliette*, een christelijke vrouw die in Syrië woont, om haar perspectief op de veranderingen in Syrië in deze overgangsperiode te delen.
Het is nu ruim zeven maanden na de val van het regime. Een periode die gekenmerkt wordt door tal van incidenten en uitdagingen. De economische omstandigheden zijn beroerd en de bankencrisis maakt het moeilijk om het hoofd boven water te houden. Ondanks dit alles streven Syriërs naar vrede in het land. Dat is niet makkelijk in een tijd van oorlog tussen Iran en Israël. We keken toe hoe raketten uit Iran en onderscheppingsrakketten uit Israël ons grondgebied verlichtten.
Hand van het kwaad
Een onzekere toekomst en angst domineerden allang de dagelijkse gedachten en gesprekken van christenen, vooral gezien de achtergrond van de nieuwe regering. Op zondag 22 juni werd die angst werkelijkheid in de Sint-Eliaskerk in Dweilaa, Damascus. Het was de dag waarop de Grieks-orthodoxe kerk alle heiligen van Antiochië herdenkt, “toen de verraderlijke hand van het kwaad toesloeg en ons leven en dat van onze dierbaren opeiste”, aldus een publicatie van de kerk.
Het nieuws over de aanslag verspreidde zich snel. Ik kon het eerst niet geloven, totdat ik het bericht op de website van de kerk zag. Het was waar. Ik was bang en mijn ogen vulden zich met tranen. Ik voelde me hulpeloos en probeerde me voor te stellen wat we zouden doen als dit in onze kerk zou gebeuren! Een zelfmoordterrorist kwam de kerk binnen, schoot op de mensen bij de ingang van de kerk en droeg explosieven op zich. De jonge mannen Jiries, Bishara en Boutros zagen hem binnenkomen en wierpen zich op hem om hem tegen te houden. Ze accepteerden dat ze uiteen gereten zouden worden om zoveel mogelijk mensen in de kerk te beschermen. Deze helden werden verscheurd om de ongeveer 250 mensen in de kerk te beschermen.
Het aanvankelijke aantal slachtoffers was 22 martelaren, 13 mensen in kritieke medische toestand en 53 gewonden. In de dagen daarna stierven er helaas nog twee zwaargewonde mensen. Mensen uit heel Damascus haastten zich na de explosie naar de kerk om te helpen en de gewonden te redden. De ziekenhuizen zaten vol met slachtoffers en de kliniek van de Sint Jozefkerk in de omgeving opende haar deuren om mensen met lichte verwondingen te helpen en eerste hulp te verlenen. De volgende dag, vroeg in de ochtend, gingen jongeren naar de kerk om schoon te maken en te bidden.
De straten vulden zich die dag met christenen die het uitriepen: “Hoe mooi is de dood aan het kruishout!” Hiermee gaven ze uiting aan hun bereidheid om voor hun geloof te sterven. Christenen in Syrië zijn altijd standvastig gebleven in hun geloof, en deze beproeving bracht hun onderlinge solidariteit duidelijk naar voren.
De volgende dag, om 6 uur ‘s ochtends, organiseerde elke provincie in Syrië gebeden voor de martelaren, ook in de Sint-Eliaskerk. Mensen kwamen samen, met een kaars in hun hand, baden en vroegen om Gods genade en goddelijke bescherming.
Ik nam deel aan het gebed in Aleppo, omdat we niets anders meer hadden dan gebed. De kerk was overvol met mensen die troost zochten voor de zielen van de slachtoffers en hun medeleven betuigden aan hun rouwende families. Je kon het verdriet zien in de ogen van de gelovigen en in tranen die een mengeling van verdriet, angst en vragen over de toekomst uitdrukten. Een christelijke vrouw vertelde me: “De angst in mij is constant… De dood voelt dichterbij dan ik ooit had kunnen denken.”
Volledig verantwoordelijk
De volgende dag was de begrafenis van de martelaren; honderden mensen kwamen hun medeleven betuigen. De martelaren kwamen uit verschillende delen van Syrië; uit Damascus, zes uit Suwayda en twee van het platteland van Homs.
De patriarch verwoordde in zijn preek tijdens de begrafenis wat er in het hart van de christenen leefde. Hij vertegenwoordigde al het leed dat we in ons hart dragen. Hij bekritiseerde de regering omdat er geen enkele regerings- of staatsfunctionaris aanwezig was, behalve mevrouw Hind Kabawat, een christelijke minister. Hij had ook kritiek op het feit dat sommige functionarissen de martelaren hadden omschreven als ‘degenen die zijn overleden’. Dat maakte christenen boos en gaf hen het gevoel dat die mensen niets om hen geven. “We hopen dat de regering erin slaagt de doelstellingen van de revolutie te verwezenlijken”, sprak hij de president toe, en voegde eraan toe: “Het is voor ons belangrijk om te weten wie er achter deze gruwelijke daad zit. Dat is ons beloofd. Hoewel dat voor ons van groot belang is, is het nog belangrijker om te benadrukken – en ik zal het duidelijk zeggen – dat de regering de volledige verantwoordelijkheid draagt.”
Liegen
De dag na de aanslag deelde de regering mee dat Islamitische Staat erachter zat. We vragen ons allemaal echter nog steeds af of dat waar is of dat deze nieuwe regering net als onze vorige regering liegt. We weten het niet, we zijn in de war.
Een week later, op zondag, zaten de kerken in alle provincies vol met mensen. Veiligheidstroepen beschermden de kerken, maar bij vele christenen was er ook vrees. Bisschop Boutris verwoordde het zo na de mis: “Vanmorgen werd ik wakker met de angst dat er iets ergs zou gebeuren. Ik ruimde mijn kamer op, liet wat voorzorgsmaatregelen achter en ging naar de mis. Er veranderde iets in mij die dag. De kerk is altijd een martelaar geweest en vervolgens een getuige van de wederopstanding. We zullen de overwinning van het goede zien”.
Ik was in onze kerk voor de mis, vastberaden in mijn overtuiging dat we allemaal aanwezig moesten zijn om te laten zien dat niets ons doet terugdeinzen of bang maakt om ons geloof te uiten. Alles leek normaal. Na afloop speelden de kinderen vrolijk in de achtertuin van de kerk, zoals ze altijd doen voordat ze naar de zondagsschool gaan. Maar niet iedereen ging naar de kerk. “Ik was bang, ik kon deze zondag niet naar de kerk komen. Ik wachtte tot mijn broer terugkwam van de kerk, want hij had ervoor gekozen om te gaan”, vertelde een vriend van mij na de mis.
Deze bomaanslag vond niet alleen plaats in een kerk in Damascus; het was een steek in het hart van elke Syrische christen. We bidden allemaal voor vrede en herstel in Syrië, we bidden voor troost voor degenen die lijden. Heer, versterk alstublieft de gelovigen en leid ons allemaal naar een toekomst vol hoop. We gedenken degenen die zich hebben opgeofferd en vragen om Uw bescherming en eeuwige vrede.
Syrië
Syrië staat op plek 18 van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors.
Inspiratiemail
Wil je ook graag via de e-mail op de hoogte gehouden worden van komende Open Doors-evenementen en nieuws uit de vervolgde kerk? Schrijf je in en ontvang elke maand de inspiratiemail van Open Doors.