Man leest Bijbel

Volg de Koning naar het kruis

Discipelschap en vervolging in Matteüs

Het Matteüs-evangelie kun je lezen als een handboek voor discipelschap. Het staat vol met het onderwijs van de Here Jezus aan zijn discipelen – gezaghebbend onderwijs over het koningschap van Christus. In de slotscene, waarin de discipelen worden uitgezonden om de volken tot discipelen te maken, komen verschillende hoofdthema’s bijeen uit het Matteüs-evangelie: koningschap, zending en discipelschap. Drie draden, met vervolging erdoorheen geweven.

Koningschap, zending en discipelschap

Matteüs eindigt met een magistraal slotakkoord. Terug in Galilea, op de berg waar het onderwijs van het koninkrijk ooit een aanvang nam, grijpt de Koning terug op dat ‘alles wat ik jullie opgedragen heb’. Denk daarbij vooral aan de Bergrede en de andere vier grote stukken onderwijs van Jezus in Matteüs. Onderwijs dát aan de volken. De discipelen die hun training hebben voltooid hoe ze de Koning moeten gehoorzamen, moeten Hem nu gehoorzamen door op weg te gaan om op hun beurt alle volken te brengen tot gehoorzaamheid.

Het messiaanse koninklijke gezag loopt als een rode draad door Matteüs, van de eerste woorden over de ‘Zoon van David’ via de verkondiging van het koninkrijk van de hemel en via Jezus’ aanklacht als ‘Koning van de Joden’ tot aan de uitroep van de verrezen Heer dat Hem alle macht is gegeven. Discipelschap is niet maar het navolgen van de woorden van een groot leraar, maar het gehoorzamen van Hem die de hoogste autoriteit heeft. Het is de macht van Hem die als Mensenzoon zal komen om te oordelen. En tegelijk is zijn macht anti-macht. Zijn model van grootheid is nederigheid. Zijn model van macht is dienstbaarheid. Zijn ironische kroning door de soldaten is geen vernedering maar is werkelijk Zijn verhoging. Hij is de gekruisigde Koning.

Hieronder volgen we de lijnen terug van Matteüs 28:18-20 naar Jezus’ rede over zending en vervolging in hoofdstuk 10 en naar het ‘basisboek voor navolging’, de Bergrede, hoofdstuk 5-7.

Gezonden ‘als schapen onder de wolven’

Matteüs 28 geeft het bekende zendingsbevel, kort en krachtig. De uitgebreidere versie van dit bondige bevel tot zending en discipelschap lezen we in hoofdstuk 10. Het zendingsbevel kan triomfalistisch worden gelezen, als we het lezen in isolatie, zonder alles wat Matteüs nog meer schrijft over macht, zending en discipelschap. Maar Matteüs 10 geeft een heel andere inkleuring aan het zendingsbevel: hóe worden Jezus’ discipelen de wereld in gezonden? Hij zendt ze als schapen onder de wolven. Het hoofdstuk over zending is tegelijk het hoofdstuk over vervolging. Het één bestaat niet zonder het ander, tot op de dag van vandaag. Zending vindt altijd plaats in de schaduw van het kruis.

Wat opvalt in hoofdstuk 10 is dat de discipelen delen in dezelfde zending als hun Heer. Hun boodschap is dezelfde als die van Christus zelf: ‘Het koninkrijk van de hemel is nabij.’ Maar ook hun taak (teaching, preaching en healing) en hun autoriteit zijn dezelfde als die van Jezus. De gezonden discipel representeert zijn Heer, zozeer dat wie de leerling ontvangt, Jezus Zelf ontvangt, ja zelfs Zijn Vader (10:40). Maar evenzeer geldt dan dat de haat die Christus treft ook zijn uitgezonden discipelen zal treffen: ‘jullie zullen worden gehaat omwille van Mij’ (10:22). Als doelstelling voor discipelschap geldt immers: ‘voor een leerling is het voldoende dat hij wordt als zijn leermeester’(10:25).

Voor de discipelen moeten Jezus’ waarschuwingen net zo dreigend en concreet hebben geklonken als ze vandaag nog klinken voor vervolgde christenen: de drie gevaren die gelovigen bedreigen in tijden van vervolging (10:33-42) zijn het gevaar Christus te verloochenen (33), het gevaar meer van je familie te houden dan van Hem (34-37); en het gevaar je eigen leven meer lief te hebben dan Christus en dus niet bereid te zijn om het voor Hem te verliezen (38,39). Dit is de bijsluiter bij de grote zendingsopdracht.

Zoals het zendingsbevel eindigt met Jezus’ belofte altijd bij Zijn leerlingen te zijn, zo staan in dit hoofdstuk 10 ook de beloften van Zijn nabijheid: het is de Geest van de Vader die zal getuigen door de mond van de discipelen (v.20). De Vader Zelf zal voor hen zorgen: ‘zelfs alle haren op je hoofd zijn geteld’ (v. 30).

De kostprijs van discipelschap

De Here Jezus wil Zijn leerlingen meenemen in twee verschillende bewegingen, zo lijkt het. Er is de roep om voor Hem uit te gaan naar de dorpen en steden van Israël en tenslotte naar alle volken. En er is de roep om achter Hem aan te komen en Hem te volgen op de weg naar het kruis. Uiteindelijk vallen die twee bewegingen samen. Ook zending staat in het teken van het kruis, is ‘onder de wolven’, vraagt om het verliezen van je leven (v.39): ‘Wie niet zijn kruis op zich neemt en Mij volgt, is Mij niet waard.’

Het vermijden van het lijden is voor Jezus de stem van Satan.

Wanneer Jezus deze woorden herhaalt en uitwerkt in 16:24-26, maakt Hij de betekenis heel concreet. De context is Zijn eigen lijdensaankondiging. Hij moet naar Jeruzalem om te lijden en te sterven. Wie Hem letterlijk navolgt daarheen maakt de concrete keuze alles in de waagschaal te stellen. Zoals Gods plan voor Christus op de weg van het kruis wordt volvoert, zo geldt dat op gelijke wijze voor de discipelen. De kostprijs voor navolging is de bereidheid om alles op te offeren. Meermalen spelt Jezus het voor ze uit: navolging betekent het opgeven van thuis, familie, bezittingen en zelfs je eigen leven. Het vermijden van het lijden is voor Jezus de stem van Satan, zowel hier (in de woorden van Petrus, 16:21-23) als eerder al in het verhaal van de verzoeking (Matteüs 4). De wil van de Vader is het afzien van macht.

Zaligsprekingen: de school van het kruis

De zaligsprekingen zijn de eerste plek in Matteüs die een verklaring biedt waarom discipelen van Jezus vervolging zullen lijden. De Here Jezus spreekt hen gelukkig die vervolgd worden vanwege de gerechtigheid en ‘omwille van Mij’. Voor hen is het koninkrijk van de hemel (5:10-12). Uiteindelijk worden discipelen dus niet vervolgd omwille van hun eigen geloof of hun eigen woorden en daden, maar omwille van Christus. Hij is de eigenlijke oorzaak van de vervolging. Hij bevrijdt mensen van hun binding aan andere machten en brengt ze tot gehoorzaamheid aan Hem en zijn rechtvaardigheid, aan ‘alles wat ik jullie opgedragen heb’.

Elke zaligspreking roept ons tot een bepaalde vorm van pijn.

In de grondwet van het koninkrijk moedigt Christus houdingen en gedrag aan die in de wereld ontmoedigd worden: nederigheid, verdriet, zachtmoedigheid, honger naar gerechtigheid, barmhartigheid, zuiverheid en vreedzaamheid. Deze zeven zaligsprekingen zijn soms verbonden met de zeven kruiswoorden van Jezus. De achtste zaligspreking, over vervolging, kan dan worden gezien als het resultaat van de eerste zeven: ‘hoe dichter we naderen tot het uitleven van de zaligsprekingen, hoe groter het risico dat we onszelf aan een kruis gespijkerd vinden’. Calvijn noemde de zaligsprekingen de school van het kruis. Dit zijn woorden die Christus zijn leerlingen onderwees om hen voor te bereiden op het kruisdragen. Elke zaligspreking roept ons tot een bepaalde vorm van pijn.

Wie vervolgd wordt om Christus’ wil is gelukkig en mag zich verheugen. Voor hen is het koninkrijk, hen wacht beloning. Navolging van de Koning vraagt bij Matteüs daarom altijd een dubbel perspectief. De zaligsprekingen tonen de weg naar God, maar het is Christus’ weg van zelfontlediging, van uitgescholden worden, vervolging en laster. Het is niet de weg omhoog maar de weg omlaag. Maar tegelijk wijzen de zaligsprekingen vooruit naar de hemelse vervulling van Gods beloften, de zegeningen van Jezus’ eeuwig koningschap. Discipelschap is vol eschatologische hoop. Het is de gekruisigde manier van leven die mogelijk is omdat het koninkrijk al is aangebroken en doorgebroken. De Gekruisigde is Koning en Hij heeft alle macht!

Vrouw leest Bijbel in kerk

Gerekruteerd voor de strijd van de lijdende Mensenzoon

Discipelschap en vervolging in Marcus Strijd vanaf de start Het centrale thema van Marcus is eigenlijk niet het leven van Jezus maar Zijn dood. Het is in feite een passieverhaal (een derde van dit evangelie beschrijft de laatste week in Jeruzalem) met een uitgebreide inleiding. Marcus vertelt zijn verhaal door te focussen op de dood van de Heer, en door alles in zijn verhaal daarnaartoe te schrijven. Vanaf het eerste […]

Lees de 2e blog van de serie
Bijbel in gevouwen handen

Kruisdragen achter Jezus om met Hem op te staan

Discipelschap en vervolging in Lukas Kruis of glorie? Heeft Lukas een uitgewerkte theologie van het kruis? Nee, zeggen sommigen. In de toespraken in Handelingen, bijvoorbeeld, vinden ze geen uitgebreide uitleg over de betekenis van het kruis, zoals dat centraal staat bij Paulus. Juist de opstanding is het sleutelgebeuren bij Lukas, menen ze. Bij Lukas zijn de verlossing, de vergeving van zonden en de komst van de Geest verbonden aan de […]

Lees de 3e blog van de serie
Man die een Bijbel vasthoudt

Vrucht dragen door je leven af te leggen

Discipelschap en vervolging in Johannes Sterven om vrucht te dragen  In het Johannes-evangelie getuigt de Heer Jezus steeds van Zichzelf: wie Hij is, wat Hij gaat doen en wat dat betekent. Hij is gekomen om Zijn leven te geven en zo God te eren. Maar als Hij zo over Zichzelf spreekt, spreekt Hij telkens direct ook over de consequenties zijn voor zijn leerlingen – wat voor hen de prijs is […]

Lees de 4e blog van de serie
Scroll naar boven