Terwijl Pakistan eerder deze maand 75 jaar onafhankelijkheid vierde, is er geen reden tot feest voor de kleine christelijke minderheid in het land. Zij worden geconfronteerd met discriminatie, geweld, ontvoering en er is altijd de vrees beschuldigd te worden van blasfemie. Ook andere minderheden in het land, zoals de Ahmadi’s en sjiieten, zijn een makkelijk doelwit. 

Op 8 augustus werd een katholieke man gedood en raakten drie tieners gewond toen twee gewapende mannen op motoren het vuur openden in een christelijke wijk in de stad Mastung, in Centraal-West-Pakistan. Het slachtoffer, Wilson Masih, was de broer van Hendry Masih, een christelijk lid van het Pakistaanse parlement die in 2014 in Quetta door zijn lijfwacht werd gedood. Zorgwekkend zijn ook de zaken van ontvoering, verkrachting en gedwongen huwelijken, vaak van minderjarige meisjes uit christelijke gezinnen.  

Doodstraf voor broers 

In een blasfemiezaak heeft het Hooggerechtshof van Lahore op 8 juni de doodstraf bevestigd van twee christelijke broers die in 2018 schuldig waren bevonden aan het plaatsen van godslasterlijke inhoud op het internet. Qaiser en Amoon Ayub houden vol dat ze onschuldig zijn. De twee broers zitten sinds 2011 in de gevangenis en willen nu hun zaak voorleggen aan het Oppergerechtshof. 

Hoewel op godslastering de doodstraf staat in Pakistan, en velen door de jaren heen op grond van deze wetten zijn veroordeeld en gevangen zitten, is er nog nooit iemand voor geëxecuteerd. De beschuldiging van blasfemie is vaak al genoeg reden voor mensen om het recht in eigen hand te nemen en de beschuldigde aan te vallen en soms zelfs te vermoorden. 

Het aantal blasfemiezaken en geweld tegen minderheden zijn sinds 2009 toegenomen. Dat lijkt de laatste periode verder te escaleren. Vaak gaat het niet of nauwelijks specifiek om godslastering, maar worden de wetten gebruikt om persoonlijke rekeningen te vereffenen of een concurrent uit te schakelen. Daarbij zijn religieuze minderheden onevenredig vertegenwoordigd in beschuldigingen tegen hen. 

Pakistan staat al jaren in de top-10 van de Ranglijst Christenvervolging, dit jaar op plaats 8.