Elke burger op de Malediven wordt door de overheid als moslim beschouwd. Van iedereen wordt verwacht dat hij of zij islamitische kleding draagt en vast tijdens de ramadan. Wie dat niet doet, kan gearresteerd of lastiggevallen worden.
De bevolking op de Malediven bestaat uit zeer hechte gemeenschappen, waardoor het moeilijk is om met iemand in het geheim te praten of af te spreken. Twee leden van dezelfde familie kunnen hierdoor christen zijn, zonder dat de ander het weet. Het is dan erg moeilijk voor de kerk om te groeien en ook om leiders op te leiden.
Als er wordt ontdekt dat iemand christen is, dan is de kans groot dat hij wordt aangegeven bij moslimleiders of de autoriteiten. Ze verliezen dan hun staatsburgerschap en kunnen zelfs de doodstraf krijgen. Meisjes of vrouwen die ervan worden verdacht christen te zijn, kunnen te maken krijgen met bedreigingen, huiselijk geweld of uithuwelijking. Veel christenen proberen het land te verlaten vanwege de hoge risico’s die hun geloof met zich meebrengt.
Christelijke arbeidsmigranten worden door de autoriteiten nauwlettend in de gaten gehouden. Zij mogen alleen op besloten plaatsen (zoals de ambassade van hun land) bijeenkomen voor een eredienst of een huwelijk en zij mogen niet over hun geloof spreken met lokale burgers. Doen ze dat toch, dan kunnen ze een boete krijgen, gedeporteerd worden of zelfs een aantal jaren in de gevangenis belanden.
Open Doors roept christenen wereldwijd op te bidden voor vervolgde geloofsgenoten op de Malediven.
