Leer tien dagen lang van de vervolgde kerk in India
Discipelschapslessen uit India
Navigeer snel naar: Dag 1 | Dag 2 | Dag 3 | Dag 4 | Dag 5 | Dag 6 | Dag 7 | Dag 8| Dag 9 | Dag 10
Dit Bijbelleesplan neemt je de komende tien dagen mee naar India, een land dat in de top tien van de Ranglijst Christenvervolging van Open Doors staat. Elke Indiër hoort volgens de regering hindoe te zijn en in verschillende staten is bekering tot het christendom zelfs strafbaar. Christenen hebben er geen bestaansrecht. Radicale hindoes vallen hun huizen aan, vernietigen christelijke boeken en verstoten christenen uit hun dorpen.
De komende dagen laat dit plan je het hart van vervolging zien, maar ook het hart van Jezus. Je maakt kennis met Indiase christenen die vervolging hebben weerstaan, maar ook met gelovigen die onder de druk van vervolging bezweken. Wat leren hun verhalen ons over God en het leven? Natuurlijk open je ook de Bijbel, om te horen wat God zelf te zeggen heeft over onderdrukking, vervolging en haat. God wil door dit Bijbelleesplan tot je spreken en je aanzetten mee te leven en mee te bidden met de vervolgde kerk in India. Hij houdt heel veel van Zijn vervolgde kinderen en Hij houdt ook heel veel van jou. Hij is barmhartig voor jou en voor hen. Hij wil dat wij één zijn. Jouw gebeden maken voor de vervolgde christenen een enorm verschil. Lees en bid je mee?
Dag 1
Je kunt Jezus voor iemand zijn
Lees: Kolossenzen 1:24
“Ik dank de Heer voor vervolging. God heeft ons van tevoren gewaarschuwd dat die zou komen en gezegd dat Hij voor ons zou zorgen. We waren erop voorbereid. Het evangelie was theorie voor ons, maar als vervolging komt en je standhoudt en een getuige bent voor de Heer, dan weet je dat het echt is”, zegt Sunita, een twintiger uit India.
Als christenen die in Nederland leven, zijn we dankbaar dat wij in vrijheid ons geloof mogen belijden. Toch dankt Sunita God juist voor vervolging. Samen met haar oudere zus Meena wordt ze vervolgd omdat ze gelooft dat Christus haar Heer is. Op een dag werd ze zo erg geslagen met bamboestokken, dat ze bijna overleed. Meena vertelt daarover: “Het pak slaag was uiteraard erg pijnlijk, maar vanbinnen voelde ik grote vreugde. Ik was het waard om te lijden voor Jezus!”
Meena en Sunita vingen de stokslagen voor elkaar op, voor zover dat kon. “Mijn zus stond tussen mij en mijn aanvallers in”, blikt Sunita terug. “Zij was als Jezus en ving de klappen op die voor mij bedoeld waren.”
Sunita en Meena danken God voor de vervolging waar ze mee te kampen hebben. Net als de apostel Paulus verheugen zij zich in hun lijden. Sunita is ook dankbaar voor haar zus, die de klappen voor haar opving. Ook wij in ons vrije land kunnen de klappen voor elkaar opvangen als het moeilijk is. En we kunnen God vragen om kracht voor onze vervolgde broers en zussen in landen als India.
Dag 2
Jouw gebeden geven kracht om te zingen
Lees: Habakuk 1:1-4, 2:1-4, 3:17-19
Voorganger Samüel uit India was in een kleine ziekenhuiskamer. In het bed lag een jong tienermeisje. Ze was mishandeld en verkracht omdat zij en haar familie christenen waren. “Ze heeft nog niets gezegd”, zei haar moeder. “Ze heeft zo’n mooie stem. Ze vond het altijd heerlijk om te zingen.”
Samuël maakt in India veel soortgelijke situaties mee. Bijna dagelijks vraagt hij zich af: “Hoe lang, o Heer? Hoe lang staat U dit geweld tegen Uw volk nog toe?”
Deze vraag is niet nieuw. Al sinds Genesis 3 is er lijden in de wereld en vragen mensen zich af hoe lang het nog duurt voordat God redding brengt. Het mooie van de Bijbel is, dat bijna al onze gebeden al in Gods Woord zijn opgenomen. Het gebed van de profeet Habakuk was bijna hetzelfde als het gebed van voorganger Samuël en misschien wel als jouw gebed. Habakuk zag hoe de wet wordt ondermijnd en hoe het recht wordt verdraaid en bidt: “Hoe lang nog, Heer, moet ik om hulp roepen en luistert U niet, moet ik ‘Geweld!’ schreeuwen en brengt u geen redding?”
Gelukkig mag je weten dat God niet afwezig is. Hij is aan het werk en houdt de touwtjes in handen. Vaak gebruikt Hij daarvoor mensen die met Hem meewerken, bijvoorbeeld in de vorm van gebed en financiële giften. Zo kan jij bidden voor de christenen in India. Zij merken dat jouw gebed verschil maakt.
Voorganger Samuël is ervan overtuigd dat het gebed van vele christenen wereldwijd het tienermeisje in het ziekenhuisbed de kracht gaf om weer te zingen. Hij vertelt daarover: “Ik stond op het punt om overeind te komen, afscheid te nemen van de familie en te vertrekken, toen ik opeens een zachte stem hoorde. Het meisje zong. Niet voor mij. Niet voor haar familie. Voor Jezus. Ze zong: Jezus, laat Uw naam worden verheerlijkt door mijn leven heen. Mag mijn leven aangenaam zijn voor U en mag ik Uw voorbeeld zijn? Ik zal mijn hele leven voor U zingen.”
Omdat wij samen met de vervolgde kerk en samen met Habakuk weten dat God aan het werk is, kunnen wij in alle omstandigheden juichen en jubelen voor Hem.
Dag 3
Waarom God lijden toestaat
Lees: Psalm 42:9, Jesaja 53:3-5
“De vraag waarom God toestaat dat we lijden, is een goede vraag. Maar je moet beseffen dat Jezus ook veel heeft moeten lijden voor jou. Als vervolging komt, dan kunnen we ons meer met Hem identificeren”, verklaarde een lokale kerkleider uit India. Hij reageerde met zijn antwoord op de vraag de 21-jarige Jitendra.
Jitendra kwam tot geloof in God nadat hij tijdens een gebedsbijeenkomst werd genezen van hoofdpijnen en koorts. Want hoewel hij veel hindoe-rituelen had uitgevoerd, bleef hij tot die tijd ziek. Na zijn genezing begon hij naar de kerk te gaan en later ging zijn familie met hem mee. Toen ze in die kerk hoorden dat je maar één God kunt aanbidden, verbrandden ze alle afgodsbeelden die nog in hun huis stonden.
Sinds hun dorpsgenoten weten dat ze niet langer hindoe zijn, vallen ze hen lastig. Op een dag komt een aantal gewelddadige mannen naar hun huis en grijpen Jitendra beet. “Ik probeerde mezelf los te worstelen en op de een of andere manier slaagde ik daarin. Ze bleven me met stokken slaan. In de verte hoorde ik mijn moeder schreeuwen.”
Waarom God dit lijden toestaat, weet Jitendra nog steeds niet. Maar zijn worsteling met die vraag is er niet meer. “Eraan denken dat Jezus ook geleden heeft, is voldoende antwoord. Ik weet dat God me nooit zal begeven of verlaten.” Dit kleine inzicht heeft Jitendra’s kijk veranderd op een onderwerp waar mensen al duizenden jaren over discussiëren. In plaats van zich te richten op wat hij niet weet, richt Jitendra zich op wat hij wél weet: dat God Hem nooit zal begeven of verlaten. Hoe kan dit besef jou helpen als jij het moeilijk hebt?
Dag 4
God gebruikt vervolging om ons geloof te testen
Lees: Romeinen 5: 3-5, 2 Korintiërs 4:8-9
“Ik zag hem pas toen hij plotseling tevoorschijn sprong. Hij haalde met zijn mes naar me uit. Een, twee, drie, vier, vijf keer. Het is me gelukt om naar mijn huis te rennen. Mijn vrouw en een paar anderen hebben me naar een plaatselijk ziekenhuis gebracht. Tegen die tijd had ik zo veel bloed verloren dat iedereen vreesde dat ik het niet zou overleven.” De 46-jarige voorganger Vipur vertelt over de dag waarop hij een aanslag overleefde, dankzij een andere christen die hem meenam naar een beter ziekenhuis en garant stond voor de rekening. Soms komt hij zijn aanvaller nog tegen, op het marktplein in zijn dorp. Elke keer als hij hem ziet, ontploft er iets in zijn binnenste, zo boos is hij. “Ik moet luisteren naar wat de Heer zegt en vergeven, maar het is niet makkelijk om de man te vergeten die je bijna vermoord heeft.”
Hoewel het gevaarlijk is om in zijn dorp te blijven wonen, peinst Vipur er niet over te verhuizen. “Totdat God me vertelt dat ik ergens anders heen moet, blijf ik in mijn dorp. Trouwens, ik kan niet op de vlucht gaan. Waar ik de Heer ook dien, staat me vervolging te wachten. In India maakt vervolging deel uit van het christelijke leven. Gods bedoeling met vervolging is het testen van ons geloof.”
Vervolging is een vorm van lijden voor de Heer, een lijden dat ons geloof test. Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen dat hij zich gelukkig prijst onder alle ellende, omdat “ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop”. Bijbelse hoop betekent niet dat je gelooft dat iets misschien gaat gebeuren. Nee, Bijbelse hoop betekent geloven in een waarheid die nóg geen werkelijkheid is geworden, maar dat wel wordt. Hoe leidt het lijden in het leven van Vipur tot die hoop, en hoe zit dat het met lijden in jouw leven? Kan jij je net als Paulus en Vipur gelukkig prijzen onder alle ellende?
Dag 5
Als je niet bent voorbereid, zak je voor de toets
Lees: Matteüs 24:13
Veel hindoes in India komen tot geloof in Jezus door gebedsgenezingen. Ze gaan geloven nadat ze tevergeefs hindoegebeden, toverdokters en andere duistere praktijken hebben geprobeerd. Als iemand hen vertelt dat Jezus kan gelezen, zijn ze vaak sceptisch maar proberen ze het toch. En als mensen eenmaal genezen zijn, worden zij en hun gezinsleden vaak christen.
Zo ging het ook bij Mohan (25), die tot geloof kwam toen zijn ernstig zieke vader genas. “Natuurlijk volgden we vanaf dat moment Jezus”, vertelt hij. “Eerlijk gezegd hadden we er niet op gerekend dat mensen daar bezwaar tegen zouden hebben.”
Jonge Indiase christenen zoals Mohan zijn niet voorbereid op vervolging. Toen Mohan naar een bijeenkomst in zijn dorp werd geroepen, hadden alle deelnemers aan die bijeenkomst stokken bij zich. De druk van de vervolging werd te groot voor Muhan. “Ik werd zo bang voor ze. Toen ze steeds opnieuw vroegen of ik het hindoeïsme of het christendom zou volgen, zei ik dat ik een hindoe was en dat ik het hindoeïsme zou volgen.”
Toen Mohan bang werd, verraadde hij Jezus uiteindelijk. Niet met zijn hart, maar met zijn mond. Hij was niet voorbereid op de vervolging. Gelukkig zocht hij daarna meteen een voorganger op. Uiteindelijk kon hij veilig terugkeren naar zijn eigen dorp. In zijn gebed zegt hij: “Dank U, Heer. Halleluja. Dank u voor mijn broeders en zusters die voor mij gebeden hebben, want dankzij hun gebed ben ik nu veilig. Ik zal U voor altijd prijzen en U niet verlaten, ook al kost het mij mijn leven. Geef ons kracht en moed.”
Jouw gebeden helpen christenen als Mohan stand te houden in vervolging. Op hun beurt bidden zij voor christenen in Nederland. Hoe bijzonder is het dat vervolgde christenen ook voor jou bidden? Hoe kan jij in jouw omstandigheden ‘volharden’?
Dag 6
Er is altijd een weg terug naar God
Lees: Spreuken 24:16, Micha 7:7-8, Johannes 21:15-18
Sommige verhalen uit de vervolgde kerk doorbreken het bijna romantische beeld dat wij vaak hebben van vervolgde christenen, het beeld dat zij nooit bezwijken onder de druk van hun vervolgers. Het verhaal van Neeraj is zo’n verhaal. Van de tien christelijke families in zijn dorp hebben zich er zes opnieuw tot het hindoeïsme bekeerd. Neeraj en zijn vrouw zijn gevlucht naar een christelijke oom en hij probeert de zes families over te halen ook het dorp te verlaten en Jezus te blijven volgen.
Zelf verloochende Neeraj Jezus ook, op een ochtend op 24 december. Hij zat met twee vrienden opgesloten in het plaatselijke gemeentehuis, nadat ze vier uur lang door jonge agressieve hindoes waren geslagen. Een meute van zeker tweehonderd dorpsbewoners eiste nu hun dood. Eerst gaf de ene vriend toe, vervolgens de andere en uiteindelijk bezweek ook Neeraj onder de druk.
“Ik was zo bang dat ik besloot ze te gehoorzamen”, zegt hij daarover. En zo zat hij die ochtend voor de hindoe-afgoden die hij zo verachtte. Daarna huilde Neeraj. Hij beloofde de Heer dat hij Hem nooit meer zou verraden.
Het verhaal van Neeraj doet denken aan de discipel Petrus, die Jezus wel drie keer verloochende en daarna ook bitter huilde. Toch is het diezelfde Petrus die later de rots genoemd wordt op wie Jezus zijn kerk bouwt. Jezus stelde hem driemaal dezelfde vraag: Heb je me lief?
Bij Jezus is er altijd een tweede kans. Micha zegt het zo: “Als ik gevallen ben, zal ik weer opstaan, als ik in duisternis zit is de Heere mij een licht.” Zelfs wanneer we zondigen, is God een God van redding en vergeving. Hij is het licht in het duister. Ja, we kunnen vallen, maar we zullen weer opstaan. Voor hen die in Christus Jezus zijn, is geen veroordeling.
Dag 7
Tijd heelt niet, maar heling heeft tijd nodig
Lees: Psalm 25:1-5, Openbaring 3:20, 1 Koningen 19:1-9a
De negentienjarige Reena weet niet beter of vervolging maakt deel uit van het christelijke leven. Haar familie heeft een hindoe-achtergrond, maar haar ouders kwamen tot geloof toen Reena nog heel jong was. Als kind was ze daardoor eenzaam. Omdat zij christen was, wilde niemand met haar spelen en vermaakte ze zichzelf. “Ik was niet jaloers op de hindoes, omdat Jezus me vreugde in mijn hart gaf”, zegt ze daarover. Toch komt de vraag waarom er zoveel lijden is in haar leven, later wel naar voren. Als ze solliciteert naar een baan als docent, wordt ze gedrogeerd en weggevoerd. Een paar dagen lang wordt ze vastgehouden, tot ze wakker wordt in een treinwagon. Eenmaal weer thuis gaan haar ouders met haar naar het ziekenhuis, waar ze langzaam uit haar shocktoestand komt. “Ik had zoveel vragen”, blikt ze terug. “Waarom gebeurde dit? En waarom moesten de dorpelingen uitgerekend mij hebben?”
Reena overwoog een einde aan haar leven te maken. Ze bad: “God, ik ken U. Maar toch is dit met mij gebeurd. Waarom?” In Openbaring 20 vers 3 staat dat Jezus aan de deur staat en klopt. Als je deur opent, komt Hij bij je binnen en gebruikt de maaltijd met je.
Die tekst bemoedigde Reena enorm toen ze hem las. “Ik besefte dat als ik de deur van mijn hart zou openen, Jezus dan zou komen en met mij zou eten. Dus gaf ik me aan Hem over. Ik kwam te weten dat het satan was die mijn leven wilde vernietigen, maar dat God van me houdt.”
Inmiddels woont Reena in een christelijk hostel. Ze krijgt gedegen Bijbelonderwijs en heeft goede relaties met andere christelijke studenten. Langzaam herstelt ze van haar psychische trauma. Tijd heelt niet, maar heling heeft tijd nodig.
Jezus wil ook bij jou binnenkomen en met je eten, met welk verlies of met welke teleurstellingen jij ook in je leven bent geconfronteerd. Hij klopt op de deur van je hart. Als je Jezus uitnodigt, wil Hij ook jou herstellen.
Dag 8
Breng tijd met God door en kom dan terug met het Evangelie
Lees: 1 Korinthe 13:4-7
De 22-jarige Bahia is een Indiase Bijbelschoolstudente. Ze werd samen met andere christenen haar dorp uitgejaagd. “Toen ze ons het dorp uit gooiden, dreigden ze me te verkrachten of vermoorden als ik terugkeerde.” Hoewel de meeste christenen later terugkeerden naar het dorp, koos Bahia ervoor in plaats daarvan naar een Bijbelschool te gaan. “De situatie in het dorp is nog steeds niet opgelost. Ik wil de tijd gebruiken om meer over God te leren, zodat ik op een dag kan terugkeren met het evangelie. Het is mijn diepe verlangen om Gods woord te delen.”
Volgens de dorpelingen horen christenen in het buitenland thuis, maar Bahia wil haar dorpsgenoten laten zien dat Jezus voor iedereen is gestorven. Haar gebed is dat God haar helpt die visie te verwezenlijken, en daar vraagt ze gebed voor van jou: “Bid alsjeblieft dat God mij helpt om Zijn Woord te delen met ongelovigen. In de eerste plaats in mijn dorp, maar ook op alle andere plaatsen waar weerstand is tegen het Woord van God.”
Bahia bleef niet uit het dorp weg omdat ze bang of zwak was, maar omdat ze sterker wilde terugkeren. Ze had tijd met God nodig.
Door tijd met God door te brengen, kan je terugkeren met een nog krachtigere versie van het evangelie. Dat geldt niet alleen voor christenen in India, maar ook voor jou in Nederland. Er zijn zoveel mensen die grote weerstand voelen tegen God. Om die te doorbreken, heb je de meest krachtige versie van het evangelie nodig. En die vind je bij God zelf.
Dag 9
Je bent van groter belang dan je denkt
Lees: 1 Petrus 1:12-19, Openbaring 3:7-13
Op het eerste gezicht lijkt Jaanvi een vrouw die niet zoveel voorstelt. Ze heet weinig geld, geen macht en haar geloof in God maakt haar tot een mikpunt van spot en bedreigingen. Toch gebruikt God deze plattelandsvrouw en moeder om een zegen te zijn voor haar gezin en haar vijandige gemeenschap.
Toen haar zoon en dochter na gebed genazen, kwam Jaanvi tot geloof. Nu heeft ze te maken met vervolging. “We worden behandeld als paria’s”, vertelt ze. “Mensen kijken ons niet eens aan. En als ze dat wel doen, is het om te spugen of om ons uit te schelden.” Haar dorpsgenoten hebben nog geen geweld gebruikt, maar daar komt het op een dag wel van, vreest Jaanvi. “Maar we zijn er klaar voor om daarmee om te gaan. In de Bijbel staat dat we moeten zegenen wie ons vervolgen. We gaan ze dus niet vervloeken of uitschelden.”
Het is Jaanvi’s gebed dat hindoes om haar heen ook Jezus Christus leren kennen. “Ik zie hindoes die lijden onder ziekte en een gebrek aan vrede. Ik bid dat ze naar gebedsbijeenkomsten zullen komen en de genezende en vergevende kracht van Jezus ontvangen.”
Jaanvi zal nooit over zichzelf zeggen dat ze een belangrijke rol speelt in Gods koninkrijk, maar ze is belangrijker dan ze zelf denkt. Net als de mensen in de gemeente van Filadelfia tegen wie Jezus in Openbaring 3 zegt dat ze trouw zijn gebleven, blijft Jaanvi trouw aan wat God zegt en verloochent ze Zijn Naam niet.
Hoe zou jij kunnen groeien in het niet-verloochenen van Gods Naam? En is het mogelijk dat daardoor jouw rol in Gods verhaal belangrijker wordt dan jij zelf denkt?
Dag 10
Trek je terug (en bid) wanneer ze je vervolgen
Lees: Psalm 23, Psalm 86
“Soms wil ik alleen maar weglopen en dat doe ik dan ook. Ik wil niet permanent weg zijn uit mijn dorp, maar dan heb ik even een rustig plekje nodig waar ik in alle rust en vrede mezelf kan zijn. Daar bid ik.” De 25-jarige Kusum is al jong weduwe geworden. Nadat haar man overleed, raakte ook haar zoontje kwijt. Tot overmaat van ramp geven haar dorpsgenoten haar de schuld. “Jij hebt deze vloek over jouw gezin gebracht. Wegens jouw geloof zijn je echtgenoot en je zoon nu dood!”, riepen ze haar toe.
Kusum ervaart dat God haar kracht geeft en in haar noden voorziet. Ook als ze heel dicht bij het dal vol schaduw van de dood komt, zoals psalm 23 beschrijft, neemt God haar bij de hand en voert haar naar grazige weiden. Als de vervolging Kusum soms te veel wordt, trekt ze zich terug en bidt ze tot God.
Ook wij kampen met situaties in ons leven waarin ons onrecht wordt aangedaan, of waarin we op een andere manier lijden. In alle omstandigheden zorgt God voor ons. Van Kusum leren we hoe belangrijk het is om je terug te trekken en te bidden. Zoek daarvoor een plek waar je jezelf kunt zijn, en waar je Gods kracht kunt ervaren door het lijden heen.