Gehoor­zaam tot in de dood

De kruisvormige identiteit van God

‘Hij die de gestalte van God had, hield Zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, heeft Hij Zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.’

Filippenzen 2:6-8

Michael J. Gorman, een toonaangevend theoloog die de laatste twintig jaar diverse boeken schreef over Paulus en ‘delen in Christus’, noemt het bekende Christus-gedicht uit Filippenzen 2:5-11 Paulus’ master story. Deze paar verzen vormen de basis van waaruit we kunnen begrijpen wat Paulus in al zijn brieven schrijft over wie Jezus Christus voor ons is en wat het betekent om in Hem te leven. Deze master story is tegelijk ook beslissend geweest voor Paulus’ eigen verhaal. In Filippenzen 3 lezen we hoe Paulus’ autobiografie wordt opgenomen in die van Christus. Hoe Paulus, maar ook iedere christen, kan delen in het lijden, sterven en opstaan van de Here Jezus.  

Gorman is misschien wel de belangrijkste stem in de theologie over ‘participatie in Christus’ bij Paulus, en in het bijzonder als het gaat over lijden als delen-in-Christus. In dit eerste deel zien we hoe Gorman de identiteit van Christus, van God en ook van de kerk omschrijft als kruisvormig (cruciform).

Christus’ zelfgave

Het Christus-gedicht van Filippenzen 2 is een lied van Jezus’ zelfvernedering tot slaaf, tot zelfs de dood aan het kruis, én van Zijn verhoging tot Heer. Het verhaal van de Here Jezus leidt door de vernedering naar de verhoging, door het lijden naar de overwinning, door de dood naar het leven.

Hij verwierp de zelfzuchtige uitbuiting van Zijn status door in plaats daarvan Zichzelf weg te geven.

Dit is een gebeuren met meerdere betekenislagen; het is het verhaal van de historische Jezus, maar je kunt het ook lezen als het omgekeerde verhaal van de mens, van Adam. Je kunt het lezen als de vervulling van het verhaal van Israël, en ook vertelt Paulus dit als het verhaal van God, zoals we zullen zien.

Drie werkwoorden staan centraal in dit neerwaartse pad van Christus:
Christus heeft het niet als roof beschouwd aan God gelijk te zijn,
maar Zichzelf ontledigd door de gestalte van een slaaf aan te nemen…
En… Hij heeft Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden tot de kruisdood.

Gorman stelt dat de structuur van de passage onthult dat wat Christus doet in de vorm van een slaaf, namelijk zichzelf vernederen en de kruisiging aanvaarden, parallel loopt met de actie die hij onderneemt in Zijn status als in de gestalte van God, namelijk Zichzelf ontledigen en geboren worden in de gestalte van een mens. Met andere woorden, wat Hij doet in Zijn menselijkheid is een uitdrukking van wat Hij doet in Zijn goddelijkheid.

In beide gevallen geldt: Hij verwierp de zelfzuchtige uitbuiting van Zijn status door in plaats daarvan Zichzelf weg te geven. Voor Paulus zijn de menswording (kenosis; zelf-ontlediging) en de kruisiging twee fasen van één daad van het zichzelf geven. Christus’ dood aan het kruis is een voortzetting van dezelfde gezindheid die tot uitdrukking komt in de menswording.

Het kruis als Christofany

“Het kruis is de handtekening van de Opgestane.” Deze woorden van Nieuwtestamenticus Ernst Käsemann worden door Gorman aangehaald. Tegenover theologieën en ideologieën waarin macht en eer centraal staan wilde Käsemann laten uitkomen dat de opgestane Heer voor altijd Dezelfde is als de Gekruisigde. Het kruis is blijvend deel van de identiteit van Jezus Christus. Denk aan hoe we in het Johannesevangelie lezen over de wonden die de opgestane Heer liet zien. Denk ook aan Paulus die benadrukt dat hij geen ander evangelie kent dan dat van Christus de Gekruisigde (1 Korintiërs 2:2).

Voor Paulus en de andere Nieuwtestamentische schrijvers is het kruis een ‘Christofanie’: een manifestatie van Christus’ identiteit. Dat wil zeggen: het kruis is niet zomaar een moment in Christus’ leven dat opgevolgd en achterhaald is door de opstanding. Nee, als de opgestane, verheerlijkte en levende Heer blijft de Here Jezus voor altijd gekenmerkt als de gekruisigde Messias.

Het kruis als Theofanie

Gorman gaat nog een stap verder: niet alleen Christus’ identiteit is kruisvormig, maar hetzelfde kan worden gezegd van Gods identiteit. Filippenzen 2:6 luidt in de NBV-vertaling: ‘Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van.’ Sommige andere vertalingen geven dit weer als: ‘Hoewel Hij de gestalte van God had, hield Hij zijn gelijkheid aan God niet vast.’

Gorman (en ook o.a. Tom Wright) betoogt echter, dat deze zin ook (aanvullend) kan worden vertaald als ‘Omdat Hij de gestalte van God had’. Hyparchōn (“zijnde”) kan worden vertaald door zowel ‘hoewel’, als door ‘omdat’. Met andere woorden: de incarnatie is niet in strijd met Gods normale manier van handelen, maar is volledig in overeenstemming met Gods karakter. In feite is het de ultieme openbaring van Zijn karakter.

De Heer laat Zich niet kennen door machtswellust. Hem kenmerkt niet de liefde voor macht, maar de macht van de liefde.

Dit geeft een beter beeld van de getoonde continue afdaling in Filippenzen 2. Christus’ zelfgave wordt niet gezien als tegengesteld aan wat Hij in Zijn goddelijkheid doet, maar als een uitdrukking ervan. Wat Jezus Christus deed wordt door de Here God niet alleen bevestigd door Hem hoog te verheffen en Hem de allerhoogste naam te geven, maar is ook, door Christus’ gelijkheid aan God (2:6), een manifestatie van Gods eigen karakter. Daarom is het kruis als Christofanie ook een Theofanie. Wat Jezus Christus deed aan het kruis was tegelijk een daad van de Here God.

Dat een dergelijke lezing juist is, lijkt te worden bevestigd door 1 Korintiërs 1:18-25. Hier stelt Paulus dat de gekruisigde Christus de ongedachte manifestatie is van goddelijke wijsheid en kracht; dat het kruis dus in feite een Theofanie is – een openbaring van Gods wezen zoals we die hebben leren kennen in het verhaal van de gekruisigde Messias.

In het verhaal van Jezus Christus heeft de Here God Zijn eigen menselijke autobiografie verteld. De Heer laat Zich niet kennen door machtswellust. Hem kenmerkt niet de liefde voor macht, maar de macht van de liefde.

Een kruisvormige kerk

Waar we in deze serie verder naar gaan kijken, is wat het voor de kerk betekent dat dit onze God is. Wat Paulus zelf betreft, geeft de context van dit Christus-gedicht direct al een duidelijke aanwijzing:

Wat Jezus Christus heeft gedaan vormt de basis van de toepassing door de gemeente in Filippi:

‘Daarom, mijn geliefden, zoals u altijd gehoorzaam geweest bent, niet alleen zoals in mijn aanwezigheid, maar nu veelmeer in mijn afwezigheid, werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.’

Filippenzen 2:12-13, HSV

Het ‘daarom’ (hōstē) geeft aan dat Paulus’ aansporing direct voortvloeit uit het Christusverhaal in de voorgaande verzen; christenen moeten nu een leven leiden dat in overeenstemming is met het voorbeeld van Jezus Christus. Dit is niet het resultaat van louter menselijke inspanning of imitatie, maar van de goddelijke kracht die in gelovigen aan het werk is (v.13). Hier vinden we iets dat lijkt op wat Paulus in Galaten zegt: ‘Met Christus ben ik gekruisigd: ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij.’ (Galaten 2:19-20).

We zouden kunnen zeggen: wat Jezus Christus heeft gedaan in Zijn persoonlijk lichaam, bereikt Hij nu in Zijn gemeenschappelijk lichaam, dat wil zeggen in de gelovigen.

De God die Zichzelf in Jezus Christus ontledigd heeft, Zichzelf vernederd, Zichzelf gegeven, die ‘neerwaarts mobiel’ werd, brengt zo een gemeenschap van mensen-in-Christus voort die ook zichzelf ontledigen, vernederen, weggeven en neerwaarts mobiel zijn. Een kruisvormige kerk. Hoe we die participatie in het verhaal van Jezus Christus moeten begrijpen, lezen we in deel 2 van deze serie.

Kruis aan hanger

Deel 2: Één met hem zijn

Christus gelijkvormig worden ‘Omwille van Hem heb ik alles prijsgegeven; ik heb alles als afval weggegooid. Ik wilde Christus winnen en één met Hem zijn – niet door mijn eigen rechtvaardigheid omdat ik de wet naleef, maar door die van God, de rechtvaardigheid die er is door het geloof in Christus.’ Parallelle biografie Paulus’ beschrijving van zijn eigen biografie in Filippenzen 3 is duidelijk bedoeld als een spiegel van het […]

Lees de 2e blog van de serie
Theoloog Willem van der Deijl

Kerkleidersblog 2022

Theologische stemmen uit verleden en heden over het lijden van de kerk ‘Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden…’ Waarom lijdt de kerk? Waarom worden vandaag 360 miljoen christenen om hun geloof vervolgd? Is er een verklaring of een reden waarom dit gebeurt? Het Nieuwe Testament geeft ons het begin van een antwoord op die vragen: dit is omwille van Jezus Christus. Hij is Degene […]

‘Geroepen om te lijden’
Theoloog Willem van der Deijl

Kerkleidersblog 2023

‘Discipelschap’ is een aansprekend thema in de kerk vandaag. Christen-zijn gaat immers niet alleen over wat je gelooft, maar ook over hoe je leeft. Dat spreekt veel mensen aan, want discipelschap heeft een positieve lading: leerling-zijn betekent groeien. Groeien in al het goede van Christus en Zijn koninkrijk. Geestelijke zelfontplooiing klinkt aantrekkelijk. Als we aandachtig luisteren naar wat de Here Jezus Zelf zegt over discipelschap, dan horen we Hem allereerst […]

‘Volg Mij’
Scroll naar boven