Theologie van priesterschap
Geroepen om priester te zijn
Is de kerk geroepen tot lijden? Een belangrijk motief in de Bijbel is de roeping van het volk van God tot priester. De Nieuwtestamentische gemeente treedt daarmee in de voetsporen van Hem, die als Hogepriester Zijn eigen leven offerde tot verzoening van de wereld: ‘Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op.’ (Jesaja 53:12). Als de kerk geroepen is om priester te zijn, dan komen daarin associaties mee van offer, plaatsbekleding, voorbede en zegen. Zo kan de herontdekking van het priesterschap van de gelovigen ook inzicht schenken in het waarom van het lijden van de kerk.
‘Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn.’
1 Petrus 2:5
“Onze gemeenschap met het lijden van de mensen en onze gemeenschap met Christus hangen fundamenteel in de hoogste mate van elkaar af. Zodanig, dat het kruis van Christus dragen in feite hetzelfde betekent als deelnemen aan het kruis van de mensen.” Dit zijn woorden die de Egyptische monnik Matta el Maskien schreef over het belang van priesterlijke voorbede.
Priesterlijke voorbede
Hij vervolgde: “Wie Christus liefhebben en Hem trouw zijn, worden waarachtige ambassadeurs van Christus op aarde. Door hun gebeden en hun bereidheid om zich in te zetten, verzoenen ze God met de mensen en de mensen met God… Door het gebed wordt de mens priester in die zin, dat hij verantwoordelijk wordt voor het heil van anderen en bekwaam om hen te bevrijden van de ter-dood-veroordeling, die de zonde hen opleverde. Dit alles door liefde, zelfverloochening en deelname aan het offer en het priesterschap van Christus. Door zich te belasten met hun zonde, door hartgrondig te kreunen onder het gewicht ervan en door boete te doen, door zondaar te worden in hun plaats, wordt hij geschikt om vergiffenis voor hen te vragen en die te verkrijgen.” De woorden van deze Egyptische monnik brengen ons op het spoor van opnieuw een aspect van de roeping van de kerk om te lijden: de roeping van Gods volk als priester.
Voor Luther drukte dit besef van priesterschap dus geen godsdienstig individualisme uit maar benadrukte het juist de kerk als gemeenschap.
Het priesterschap van alle gelovigen
Vanaf de derde eeuw groeide er in de kerk een steeds grotere kloof tussen gewone gelovigen en priesters, alsof die onmisbaar waren om Gods genade te bemiddelen. Luther herwon het Bijbelse inzicht dat iedere christen gelijke toegang heeft tot de Vader door Jezus Christus. Christus was de laatste priesterlijke bemiddelaar tussen God en mensen, en alle gelovigen delen in die bediening door hun eenheid met Hem.
Een misplaatste uitleg van dit ‘priesterschap van alle gelovigen’ leidt tot een kerk die bestaat uit individuele gelovigen die allemaal zichzelf tot priester zijn en elkaar niet nodig hebben. Maar Luther had er juist op aangedrongen dat we elkaar tot priester zijn, doordat we tot God komen om te bidden voor broers en zussen in het geloof, en ook bidden voor de wereld. We hebben als priester ook de verantwoordelijkheid om Gods woorden tegen elkaar te spreken en vergeving uit te spreken. Als priesters zijn we geroepen onszelf als een God welgevallig offer in Zijn dienst te stellen (Romeinen 12:1) en staan we dienend en getuigend in de wereld. Voor Luther drukte dit besef van priesterschap dus geen godsdienstig individualisme uit maar benadrukte het juist de kerk als gemeenschap.
Calvijn sloot zich hierbij aan. Ook voor hem was het priesterschap van de gelovigen niet een privilege om te bezitten maar een opdracht waarmee gelovigen de wereld in gezonden worden om priesterlijk anderen te dienen. Calvijn verbond dit aan de gedachte dat de kerk deelt in de drie ambten van de Here Jezus: Hij is gezalfd tot Profeet, Koning en Priester. Elke christen heeft de taak om de Heer te vertegenwoordigen in Zijn verlossende beweging naar de wereld, om zo namens Hem dwalenden, gevallenen en buitenstaanders te redden.
De essentie van deze priesterlijke dienst is verbonden aan het zelfopofferend lijden en sterven van Jezus Christus.
Zelfopoffering
Ook de eigentijdse theoloog Moltmann stelt dat het leven van de kerk is gestoeld op de drie ambten van Christus. De kerk moet het priesterlijke ambt van de Here Jezus weerspiegelen door als ‘gemeenschap van het kruis’ in de wereld te delen in het lijden van God Zelf en door compassie te geven aan de onderdrukten van de samenleving.
Young Kee Lee, een andere theoloog die schrijft over ‘Gods missie in lijden en martelaarschap’, betrekt ook het begrip van het priesterschap op het de roeping om te delen in het lijden. Lee meent dat de herontdekking van het priesterschap van alle gelovigen in de Reformatie nog onvoldoende oog had voor zelfopofferend lijden en sterven als dimensie van de priesterlijke roeping. Juist dat zou kunnen helpen om een Bijbels model te vinden voor het christelijke dienen in lijden en martelaarschap. De christen dient als priester, en de betekenis daarvan wordt ontleend aan het priesterschap van de Here Jezus, onze Hogepriester. De essentie van deze priesterlijke dienst (evangelieverkondiging, geestelijke offers en voorbede) is verbonden aan het zelfopofferend lijden en sterven van Jezus Christus. Juist dat kan volgens Lee een nieuw missionair paradigma bieden.
Zoals Hij als Hogepriester Zelf het offer werd dat Hij op het altaar legde, zo is ook de gemeente geroepen om zichzelf te geven in zelfopofferende toewijding en liefde
Bijbelse priesterschap
In Exodus 19:4-6 ontvangt Israël van de Here God zijn roeping om een koninkrijk van priesters te zijn. Israël wordt afgezonderd als priestervolk voor het heil van Gods wereld en van alle volken. Deze bijzondere achtergrond klinkt als echo door wanneer Petrus de christelijke gemeente ‘priesters’ noemt (1 Petrus 2:4-9). Zowel Israël als de gemeente zijn geroepen om heilig te leven, afgezonderd voor de dienst aan God en tegelijk toegewend naar de wereld. De verbinding tussen de roeping van Israël en die van de gemeente is niet direct, maar indirect: het priesterschap van de gemeente vloeit voort uit haar verbinding met Christus, de lijdende Koning-Priester uit Jesaja 42-53 (de Dienaar van de HEER). Jezus Christus heeft gedaan wat Israël en wij niet kunnen: dichtbij de Here God leven en een licht voor de wereld zijn. Alleen als Zijn ‘nageslacht’ ontvangt de gemeente haar aard en roeping, priester te zijn van de mensheid.
Zo vertegenwoordigt de kerk God bij de mensen en de mensen bij God. De gemeente participeert in Christus’ identiteit als hogepriester, offer en tempel. Jezus gaf zichzelf voor het heil van Gods wereld. Zoals Hij als Hogepriester Zelf het offer werd dat Hij op het altaar legde, zo is ook de gemeente geroepen om zichzelf te geven in zelfopofferende toewijding en liefde. In de voetsporen van haar Heer is de gemeente geroepen om te antwoorden met zegen als ze wordt gelasterd, vervloekt en vervolgd, zo maakt Petrus duidelijk in zijn brief.
Een voorbeeld waarin Paulus de gemeente tekent als gemeenschap van priesters vinden we in Filippenzen 2:14-18, waar hij spreekt over zijn eigen mogelijke dood als een ‘plengoffer’ dat uitgegoten wordt, ‘samen met het offer en de (priesterlijke) eredienst van uw geloof’.
De priesterkerk als minderheidstheologie
In zijn boek ‘Vreemdelingen en priesters’ schrijft Stefan Paas dat juist de metafoor van het priesterschap ons in een postchristelijke wereld in staat stelt een minderheidsbestaan te aanvaarden als een hoopvolle roeping, zonder op een conflictkoers met de wereld af te stevenen. De metafoor sluit aan bij beelden die de Here Jezus gebruikte voor de kerk: kleine kudde, mosterdzaadje, zuurdesem. De kerk schiet misschien wel haar roeping voorbij als ze ernaar streeft dat de hele wereld ‘kerk’ wordt en de cultuur ‘christelijk’. Of als ze juist de kloof tussen kerk en wereld groter maakt dan hij is door de wereld als demonisch af te schilderen. Als ‘koninkrijk van priesters’ staat de kerk juist als minderheid in een positieve relatie met de wereld, met de bereidheid om het lijden, de schuld en de verlorenheid van de wereld mee te dragen tot voor Gods troon.
Voor de westerse kerk – die moet wennen aan haar marginale positie – is dat een vruchtbare ontdekking. Voor vervolgde christenen was het al vanaf het vroegste begin duidelijk dat ze er niet zijn om de wereld te beheersen of om die te bevechten. Ze hebben de priesterlijke roeping om de lof te zingen van het Lam dat hen met Zijn eigen bloed uit alle landen en volken gekocht heeft en tot een koninkrijk van priesters heeft gemaakt (Openbaring 5:9-10).
In deze serie
Theologie van dienstbaarheid
Geroepen om te lijden Het is een tegendraadse gedachte, dat de kerk geroepen zou zijn om te lijden. Toch is er veel in het evangelie wat ons op dat spoor zet. In deze Stille Week beseffen we dat het niet om ons gaat, maar om onze Heer. Maar juist om Hem recht te doen en de eer te geven die Hem toekomt, staan we ook nu stil bij de vraag: […]
Kerkleidersblog 2022
Theologische stemmen uit verleden en heden over het lijden van de kerk ‘Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden…’ Waarom lijdt de kerk? Waarom worden vandaag 360 miljoen christenen om hun geloof vervolgd? Is er een verklaring of een reden waarom dit gebeurt? Het Nieuwe Testament geeft ons het begin van een antwoord op die vragen: dit is omwille van Jezus Christus. Hij is Degene […]
Kerkleidersblog 2023
‘Discipelschap’ is een aansprekend thema in de kerk vandaag. Christen-zijn gaat immers niet alleen over wat je gelooft, maar ook over hoe je leeft. Dat spreekt veel mensen aan, want discipelschap heeft een positieve lading: leerling-zijn betekent groeien. Groeien in al het goede van Christus en Zijn koninkrijk. Geestelijke zelfontplooiing klinkt aantrekkelijk. Als we aandachtig luisteren naar wat de Here Jezus Zelf zegt over discipelschap, dan horen we Hem allereerst […]