Theologie van vreemdelingschap
Vreemdelingen in eigen land
De vervolgde kerk maakt deel uit van wat in het Engels de majority world wordt genoemd: de niet-westerse wereld die het grootste deel van de mensheid uitmaakt. Verreweg de meeste christenen in de wereld leven in die meerderheidswereld (‘het Zuiden’). Ze leven daar meestal als minderheid in een samenleving die pluraal is of waar een andere godsdienst overheersend is.
Deze christenen hebben er nooit over na hoeven denken hoe ze om moeten gaan met macht of hoe ze hun cultuur moeten kerstenen. Soms worden ze gedwongen zich officieel te registreren, maar wijzen ze dat af. Dan zien ze zichzelf principieel als ‘ondergrondse kerk’. Ze zijn vreemdelingen in eigen land. Als christen hoor je immers niet bij deze wereld, zoals de Here Jezus Zelf niet bij de wereld hoorde (Johannes 17:14).
‘U verdient het om de boekrol te ontvangen en zijn zegels te verbreken. Want U bent geslacht en met Uw bloed hebt U voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal.’
Openbaring 5:9
“Kan de kerk als minderheid in deze wereld anders aanwezig zijn dan een kerk die lijdt?” Die vraag is typerend voor de minderheidstheologie die veel christenen omarmen als Bijbelse roeping. Wat is een Bijbels model voor de houding van gelovigen tegenover de wereld waarin ze leven?
Zoeken naar een Bijbels model
De Here Jezus en de apostelen gebruikten allerlei beelden, die een bandbreedte van posities suggereren. Christus Zelf leek het Romeinse imperium en de wereldse machtsinstituten op een bepaalde manier van ondergeschikt belang te vinden voor Zijn missie. In de Nieuwtestamentische kerk zien we een verscheidenheid aan posities die christenen innamen tegenover de cultuur. Paulus leunt meer tegen de kant van de culturele oppositie aan, terwijl Lucas een meer sympathieke houding heeft richting de cultuur. Met name in Paulus’ brieven is een duidelijke scheiding te vinden tussen goed en kwaad, waarbij de christelijke gemeenschap onderscheiden wordt van de omliggende cultuur.
De eerste Petrusbrief thematiseert de vreemdelingschap van de gelovigen: wat hen vreemdelingen maakt is dat ze anders zijn in hun leefwijze, wat sociale gevolgen heeft, en dat ze machteloos zijn. De antithetische houding is het duidelijkst zichtbaar in het Bijbelboek Openbaring. We vinden steeds een spanning tussen toewijding aan de wereld (vanuit Gods reddingsplan) en een apart gezet leven ten opzichte van de cultuur en het aardse rijk.
Christenen ‘wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen’, volgens de brief aan Diognetus.
Veel christenen die ook vandaag als kleine minderheid leven in een vijandige omgeving ervaren als vanzelfsprekend dat de cultuur de plek van vijandschap tegen Christus is, en daarom moet worden afgewezen. Ze lijken daarin op de eerste christenen, die sterk leefden in de verwachting van het einde van de wereld en daarom weinig aandacht schonken aan politiek en transformatie van de maatschappij. Christenen ‘wonen in hun eigen land, maar als vreemdelingen’, volgens de brief aan Diognetus. De kerstening van het Romeinse rijk gaf christenen echter het idee dat het hemelse koninkrijk al was neergedaald op aarde, nu er een groot christelijk rijk was gekomen. Het was vooral Augustinus die in zijn ‘Stad van God’ een synthese creëerde tussen de staat en het (komende) rijk van God.
Minderheidstheologie
De gemeente als alternatieve samenleving
De eeuwen door vinden we echter christelijke gemeenschappen die bleven getuigen dat de kerk niet geroepen is om de wereld over te nemen, maar geroepen is tot vreemdelingschap. De kerk blijft principieel altijd de kerk van de catacomben die als gemeenschap van volmaaktheid niets te maken wil hebben met de overheid. Ze hoeft alleen maar kerk te zijn. In onze tijd is zo’n ‘doperse’ theologie bijvoorbeeld uitgedragen door de (neo)Anabaptist Howard Yoder. Yoder stelt in zijn boek ‘De politiek van het kruis’ (1972), een exegese van Lucas en de Romeinenbrief, dat de kerk de gevaarlijke verleiding moet weerstaan dat kerk en staat elkaar gaan ondersteunen. Jezus Christus verwierp die verleiding, schrijft Yoder, zelfs tot op het punt dat Hij daarvoor een wrede dood moest sterven. De Here God heeft Christus daarvoor in het gelijk gesteld door Hem uit de dood op te wekken.
Zo is ook de kerk geroepen om te getuigen dat er een vreedzaam alternatief mogelijk is voor een samenleving die gebaseerd is op geweld. Christenen moeten hun Heer navolgen in een levensstijl van absolute gehoorzaamheid, ook als ze daarom moeten lijden – zelfs tot in de dood. In de vieringen van de gemeente wordt het bewustzijn van het komende koninkrijk geoefend. De essentie van de lofprijzing is in Openbaring 5 goed te herkennen: de gemeente zingt het loflied ter ere van het weerloze Lam, aan wie de heerschappij is gegeven over de hele geschiedenis.
Twee rijken of één koninkrijk?
Sinds Constantijn heeft de kerk moeite gehad om haar houding te bepalen tegenover de staat: aan de ene kant stond het caesarpapisme (de kerk is een deel van de staat) en aan de andere kant het papalisme (de staat is een deel van de kerk). Luther wilde zowel een staatskerk als een kerkelijke staat vermijden, maar de kringen van kerk en staat overlappen elkaar bij hem wel. Wet en evangelie hebben elk hun eigen centrum, en de kerk is als representant van het evangelie een tegenhanger van de staat. In deze twee-rijkenleer komt de staat toch als een ordening van God naast de kerk te staan. Als burger-christen hoor je dan tot twee verschillende sferen van goddelijk gezag. En ook bij Karl Barth zijn zowel kerk als staat gefundeerd in de heerschappij van Christus. De staat is ondanks haar rebellie toch een ‘Gnadenordnung’. De heerschappij van Christus is zo het gemeenschappelijk centrum van twee concentrische cirkels die elkaar overlappen.
Bij Yoder daarentegen is er sprake van twee gescheiden cirkels, waarbij de ene aan de andere ondergeschikt is. De oude wereld die verdwijnt staat onder de nieuwe wereld die zich in het leven van de kerk al aandient. De christen is vreemdeling: de gelovige behoort ‘rechtens’ uitsluitend tot de sfeer van het koninkrijk van God, terwijl zij lijfelijk nog onder de orde van de staat valt.
De enige roeping van de kerk is om in zichzelf een weerloos getuigenis te zijn tegenover een rebellerende wereld.
Zwaard en chaos
Yoder ziet de staat als een organisatie van de rebellie van de mens tegenover God, en wil daarom aan de structuren van de staat geen waardigheid verlenen. Ondanks zichzelf kan de staat toch Gods bedoeling dienen. De staat wordt weliswaar toegelaten als ordening van het samenleven (de machten dragen het zwaard niet tevergeefs), maar de staat bedwingt niet alleen de chaos maar is ook zelf voortdurend de oorsprong van nieuwe chaos. De staat bestrijdt geweld met geweld en roept het daardoor ook weer op.
Het kruis van Christus wijst een weg waarbij niet gepoogd wordt de wereld te veranderen. Het is geen pragmatische strijd voor verbetering of om erger kwaad te voorkomen. Het kruis laat alleen ruimte voor geloofsgehoorzaamheid, wat de kosten ook zijn. Deze radicale ‘Christus-tegen-de-cultuur’-ethiek heeft kernmerken van de sociale ethiek van de bevrijdingstheologie; het is een verhaal van groepen die buiten de samenleving staan en spreekt een revolutionaire boodschap. Maar anders dan bevrijdingstheologie ziet deze radicale theologie af van geweld, en volgt het liever het beeld van Christus als de lijdende Dienaar. De enige roeping van de kerk is om in zichzelf een weerloos getuigenis te zijn tegenover een rebellerende wereld.
In de catacomben blijven?
Waarom moet de kerk lijden? Voor veel minderheidschristenen luidt het antwoord: omdat de kerk in het spoor van Abraham en van de Here Jezus geroepen is tot vreemdelingschap en afscheiding van de wereld, om juist daardoor tot zegen van de wereld te worden. En inderdaad heeft de radicaliteit van deze geloofsovertuiging een zegenrijke uitstraling (gehad). Toch blijven er vragen over. Hadden de christenen van Rome dan in de catacomben moeten blijven toen de keizer christen werd? Suggereert deze theologie niet een scheiding tussen christenen en wereld die er in feite niet is? Want is niet ieder mens hoe dan ook onderdeel van een cultuur? En schrijf je zo de wereld als veld van Gods handelen niet af? Een Nederlandse politicus schreef: ‘Als God deze wereld niet opgeeft, die wereld in zijn goedheid ordent met behulp van overheden, dan kunnen christelijke burgers zich in een democratische rechtsstaat niet aan hun verantwoordelijkheid onttrekken ten aanzien van de overheidsmacht en het landsbestuur.’
Echter, voor veel minderheidschristenen, geheime gelovigen of christenen in ondergrondse kerken, hebben al deze kanttekeningen geen actuele betekenis. Zij verkeren nog in de ‘catacomben’, ze ervaren dagelijks dat ze vreemdelingen zijn. Daarin volgen ze hun Heer, die een verstoteling was, geminacht en gemeden (Jesaja 53:3-4). En daarin houden ze een ongemakkelijke spiegel voor aan christenen die zich al te zeer thuis voelen in een cultuur van consumptie, comfort en macht.
In deze serie
Theologie van priesterschap
Geroepen om priester te zijn Is de kerk geroepen tot lijden? Een belangrijk motief in de Bijbel is de roeping van het volk van God tot priester. De Nieuwtestamentische gemeente treedt daarmee in de voetsporen van Hem, die als Hogepriester Zijn eigen leven offerde tot verzoening van de wereld: ‘Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op.’ (Jesaja 53:12). Als de kerk geroepen is om […]
Kerkleidersblog 2022
Theologische stemmen uit verleden en heden over het lijden van de kerk ‘Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden…’ Waarom lijdt de kerk? Waarom worden vandaag 360 miljoen christenen om hun geloof vervolgd? Is er een verklaring of een reden waarom dit gebeurt? Het Nieuwe Testament geeft ons het begin van een antwoord op die vragen: dit is omwille van Jezus Christus. Hij is Degene […]
Kerkleidersblog 2023
‘Discipelschap’ is een aansprekend thema in de kerk vandaag. Christen-zijn gaat immers niet alleen over wat je gelooft, maar ook over hoe je leeft. Dat spreekt veel mensen aan, want discipelschap heeft een positieve lading: leerling-zijn betekent groeien. Groeien in al het goede van Christus en Zijn koninkrijk. Geestelijke zelfontplooiing klinkt aantrekkelijk. Als we aandachtig luisteren naar wat de Here Jezus Zelf zegt over discipelschap, dan horen we Hem allereerst […]